Weerwolven
Een van de dagen in Maart
struinde ik door het verboden bos
alleen
zoals ik bijna altijd alleen was op het eiland
het was mistig. De bomen ritselden en mijn
fantasie nam me mee
ik schrok van ieder krakend takje
van elke opvliegende fazant
ik droomde eenhoorns en elfjes bij elkaar
verdween in een andere wereld
‘s avonds was er open haard. En wijn.
Ik kreeg een lift
een oude jeep
hobbelend door een stikdonker bos
de maan was niets meer dan een vuurvliegje
Mijn lift was lyrisch over haar
over de maan
en even dacht ik dat hij in een weerwolf
zou veranderen