Limbo

Zes jaar geleden dwaalde ik over het strand van Tenby. Wachtend tot de storm die al dagen woedde ging liggen, zodat ik de oversteek kon maken naar Caldey Island om mijn boek te maken. Op het strand op een rots kwam ik een man tegen. Hij stond met zijn gezicht in de zon over de zee te staren. We raakten aan de praat en hij vroeg wat ik in hemelsnaam in de winter in Tenby deed.

Ik vertelde een onsamenhangend verhaal over dat ik de oversteek naar Caldey Island probeerde te maken, maar dat er al dagen geen boot ging door de storm. Dat ik iets wilde fotograferen over isolement. Over alleen zijn. Ik vergeet nooit meer wat hij tegen me zei toen ik uitverteld was: “Volgens mij heb je geen flauw idee waar je precies mee bezig bent”. Ik was in eerste instantie uit het veld geslagen en wist niet zo goed wat ik er mee moest.

Maar hij had gelijk. Ik wilde naar het eiland, maar wist eigenlijk nog niet precies wat ik daar dan wilde maken en ondertussen dwaalde ik uren en uren rond in een spookdorp aan zee. Al dagen. Ik kon niet terug naar huis én ik kon niet verder. Op dat moment sprak hij de magische woorden: “I think you’re living in limbo”.

Tijdens die week had ik geen toegang tot internet, aangezien ik enkel een oude Nokia met 10 euro beltegoed mee op reis had. Ik vroeg wat hij met Limbo bedoelde en hij omschreef het als “that awkward stage between ‘where you are’ and ‘where you want to be”. En daar had hij helemaal gelijk in. Het was de perfecte omschrijving voor het niemandsland waarin ik me bevond. Zijn woorden zorgden ervoor dat ik een nieuw doel vond voor de tijd dat ik in dat niemandsland dwaalde: het vastleggen van limbo. Nu, zoveel jaar later, vraag ik me vooral af waarom ik het niet gewoon kon laten zijn. Het limbo gevoel. Waarom moest ik het per se weer vast leggen? Daarmee probeerde ik controle te krijgen over het onbestemde van het “in between” gevoel.

De laatste tijd moet ik weer regelmatig aan zijn woorden denken. Ik bevind me volgens mij namelijk vaker in limbo dan dat ik denk, ook gewoon hier, in mijn “eigen” leven. Als ik aan limbo denk, denk ik aan mist. Misschien is het de link die ik leg met het stormachtige weer in Wales zes jaar terug, maar Limbo is voor mij mistig. Wanneer ik door het bos struin in de mist voelt het alsof ik op een andere planeet ben. Een magische plek waarin de rest van de wereld gewoon niet bestaat. Limbo is dan ook niet per se een negatief iets, maar wel iets wat me onrustig kan maken en tegelijkertijd ontzettend fijn kan zijn.

De maand januari is misschien ook wel een typische limbo maand. De feestdagen zijn voorbij, het nieuwe jaar is begonnen, we kijken met zijn allen uit naar de lente maar eigenlijk moet de winter nog écht beginnen. Het is zo’n niks maand. Zo’n tussen periode waarin de tijd een beetje stil lijkt te gaan en tegelijkertijd voorbij vliegt.

Ik kan echt heel goed niks doen. Behalve als ik gedwongen word om niks te doen. De afgelopen maand woonde er een hardnekkig griepvirus in mijn lijf wat ervoor zorgde dat er niet zoveel uit mijn handen kwam. De fotografie opdrachten die stonden voerde ik uit, maar veel meer puf voor andere dingen daarnaast had ik eigenlijk niet. Niets is zo frustrerend als allerlei plannen hebben, maar ze nog niet uit kunnen voeren. Een constant gevecht tussen dingen willen doen en tegelijkertijd gewoon op de bank willen liggen en uit willen rusten. Zoals je moet doen wanneer je de griep hebt.

Vandaag besloot ik om even een paar uur in een koffie-tentje te gaan zitten werken zodat ik daarna weer “mocht” lanterfanten.

Waarom ik het nodig heb om eerst te presteren voordat ik te “mag” lanterfanten werd me gevraagd.

Geen idee.

Dus dat is iets waar ik nu, de afgelopen uren over na heb gedacht, wat resulteerde in deze blog. (Voordeel wel is dat ik me nu best productief voel 😉 )

Ik zit in limbo. Ik kan nog niet zo goed vooruit, maar ik ben ook niet goed in het niks doen. Ik zit in een tussenfase. Op een andere planeet. Ik ben aan het “wachten” tot ik verder kan met leven. Wachten tot de griep helemaal uit mijn lijf is. Wachten tot ik weet wanneer een chirurg in mijn pols gaat snijden zodat ik daar omheen kan plannen. Wachten tot het voorjaar is en ik mijn moestuin zaadjes mag gaan zaaien. Aan het wachten tot de volgende foto-opdracht. Tot de volgende date. De volgende koffie afspraak met vriendinnen. De volgende operatie van papa. Dat is eigenlijk best wel stom, en heel demotiverend. Het zorgt ervoor dat ik ook minder zin heb om dingen te doen, wat de ambitieuze perfectionist in mij dan weer erg irritant vindt.

Waarom niet gewoon in het nu leven? Genieten van deze fase. Waarom altijd verder kijken, bezig zijn met de toekomst? Willen weten wat er gaat gebeuren? C O N T R O L E hebben?

Dwalend door dat bos van limbo vergeet ik dan gewoon dat er eigenlijk al heel veel gewoon gebeurd. Dat ik veel werk heb. Dat ik een publicatie in het NRC heb. Dat ik leuke dingen doe. Dat ik gelukkig ben. Maar door steeds maar bezig te zijn met het stukje leven ná limbo zou je dat bijna vergeten.

Living in limbo. Gewoon genieten van de mist, net zoals ik doe in het bos.

“Stop thinking about how things “have to be” because of something happening later. Be here now for this moment and have the most amazing experience you can.”Stop being afraid of what you can’t control or foresee.”

 

 

Post A Comment