Het Caldey Avontuur: deel 3

‘Being in Limbo, an intermediate place of state. Occuring between two extremes. Any unfavourable place or condition. In a situation characterised by uncertainly, as when waiting for a decision to be made’

 

Dat is wel zo’n beetje hoe ik me voelde op de derde dag. Ik besloot het roer om te gooien, en het ‘being in limbo’ als nieuw uitgangspunt te nemen. Te fotograferen vanuit dat standpunt. Vanuit die gekke staat van zijn, wanneer je tussen twee werelden in hangt, en niks zeker is. Het regende die dag. Nee, dat is niet waar. Het goot. Het viel met bakken uit de hemel. Het regende ‘cats and dogs’. Op de foto hierboven zie je de zee. Nouja, je ziet de plek waar de zee hoorde te zijn. Ik was gesloopt van het wachten, van het lopen, en van de storm. De storm maakt je moe, dat vond Maria ook. We hadden het erover tijdens het ontbijt. De storm put je uit, zijn constante geraas, zijn geschreeuw en getier. Maar ook zijn kou, en dreiging. Er hing een dikke mist in Tenby op de vierde dag. De vierde dag van mijn reis alweer, met nog steeds niet heel veel zicht op een tripje naar de overkant.

 

Ik besloot het er toch op te wagen, en even naar buiten te gaan. Met mijn regenzak over mijn enorme rugzak heen getrokken, en mijn capuchon zover mogelijk over mijn hoofd liep ik met ferme passen het dorp in. Binnen 5 minuten was ik doorweekt. Toch niet zo’n goed plan dus. Foto’s maken kon ik wel schudden. Ik liep langs allerlei cafeetjes en hoorde pianomuziek komen uit The Qube, een gezellig ogend restaurantje. Ik ging zitten en bestelde een heerlijke panini met zalm om mezelf een beetje op te vrolijken. Eenzaam voelde ik me niet meer, maar het weer zorgde niet direct voor een jubelstemming. Ik was blij met de jazzy piano muziek die gespeeld werd door een oude man. Zo nu en dan gooide hij er een nummer van Abba doorheen en ik betrapte mezelf dat ik zachtjes aan het mee neuriën was terwijl ik in mijn dagboek aan het schrijven was. Niemand die het hoorde. Het restaurant was opgedeeld in twee delen, en ik zat aan de kant waar verder niemand was. Door een klein raampje tegenover me had ik af en toe oogcontact met een leuk uitziende jongen. Ik slurpte van mijn thee die weer eens veel te sterk was (yuk!) en keek wat naar buiten.

 


Toen de piano meneer terug kwam van een bezoekje aan het toilet lachte ik vriendelijk naar hem. Hij vroeg of de muziek niet te luid was, en ik zei dat hij mijn dag helemaal goedmaakte. Ik werd er blij van. Vervolgens stond hij me een beetje stoïcijns aan te kijken om vervolgens vol verbazing te zeggen dat ik als twee druppels water op zijn nichtje leek. Zijn nichtje die even oud was, en die zélfs dezelfde stem had volgens hem. De jongen achter het raampje moest hard lachen toen de piano meneer, Brian genaamd, naar de bar liep om iedereen te vertellen dat er een ‘spin off’ van zijn nichtje aanwezig was. Ik grinnikte en schreef verder in mijn dagboek.
Na nog een half uurtje spelen was hij klaar voor die dag, en we raakten nog even in gesprek. Samen met Gill, de eigenaresse van het restaurant. Ik kreeg van een cd van Brian waar zijn pianospel opstond, en we maakten een foto van ons samen zodat hij die aan zijn nichtje kon laten zien.

Helemaal vrolijk van alle lieve mensen liep ik even later weer naar buiten, waar het inmiddels was gestopt met regenen. Ik liep naar het zuiderstrand en probeerde mijn Limbo gevoel in beeld te brengen. Ik probeerde een te worden met mijn omgeving, met de rotsen en de zee. Ik struinde rond totdat het weer begon te regenen. Ik maakte nog een portret van een meneer met een hond, die vroeg wat ik aan het doen was. Toen ik bijna bij het hotel was lichtte ineens alles op, om een paar seconden later heel hard te gaan regenen. Ik kon zo gauw nergens schuilen en ben met een noodgang terug naar het hotel gelopen. Waar ik natuurlijk volledig doorweekt aankwam. Ik ben onder de douche gesprongen en in bed gekropen. Het was geen weer om nog naar buiten te gaan of iets te ondernemen, het was weer om in bed te liggen.

Nog een paar dagen, en dan ben ik echt op het eiland hoor!

Het Caldey Avontuur: deel 2

 

De eerste twee dagen waren het zwaarste denk ik. Daarna ging het wat beter. Dag drie was de dag waarop ik mensen leerde kennen, en me welkom begon te voelen in het dorpje. Op dag drie kwam er een vrolijke lieve hond met me knuffelen terwijl ik over het strand liep. In tegenstelling tot de eerste dag, toen er ‘n eenogig mormel tegen mijn statief aan pieste. Ik voelde me toen alles behalve welkom.
De avond ervoor had ik een vrouw ontmoet, die hier al haar hele leven woonde. Ze vertelde dat de zomer druk was, bomvol toeristen en overal file. De winter daarentegen duurde lang, was verdrietig. Melancholisch en uitzichtloos. Alsof de wereld ophoudt bij Tenby. Het hadden mijn eigen woorden kunnen zijn. Het was exact zoals ik me voelde in het grijze dorpje met zijn gekleurde huisjes. Op een of andere manier maakten juist die gekleurde huisjes het nog een beetje triester.

 

 

Het water had weer hoog gestaan die nacht. Er ging vanzelfsprekend weer geen boot. Toch stond ik die ochtend al bepakt en bezakt klaar om naar de haven te gaan, het was namelijk wel de beste dag van de week. Tegen beter weten in natuurlijk. Het voordeel was: ik had wel alle tijd om mijn muesli met melk,  sinaasappelsap-uit-een-pakje en veel te sterke thee weg te krijgen. En dat voor iemand die grotendeels suiker en lactose vrij eet. Een beetje misselijk ging ik het dorpje weer in, op zoek naar wat leven in de brouwerij.
Ik zocht een fijn café op, wat er behoorlijk hip uitzag in vergelijking met de andere dingen die ik tot nu toe was tegengekomen. Ik plofte op een bankje in een afgezonderd deel van het café. Ik vond het fijn om even rustig te kunnen schrijven. Net op het moment dat ik mijn jas uit deed kwam er een vrolijk meisje uit de toiletten, zij was ook net gaan zitten en ik zat nu dus op haar plek! We moesten er om lachen en hebben uiteindelijk dik een uur zitten kletsen.


Toen ze opgestapt was kwam er een oudere mevrouw naar me toe. Ze was nieuwsgierig naar me. Waarom ik zat te schrijven. Ik werd zo blij van deze ontmoetingen. Het was alsof er een knop was omgegaan, en ik eindelijk gewoon kon gaan genieten van het plaatsje. De zon was inmiddels begonnen met schijnen en ik besloot richting het mini eilandje te lopen bij het zuider strand. Het eiland is meestal gesloten, omdat het te hard waait of het tij te hoog is, dus ik had heel veel geluk dat ik naar boven mocht. Er stonden twee mannen die alles wisten over het eiland. Frustrerend was het wel. Het was het mooiste weer van de wereld geworden, maar het was eb, en dus lagen de boten in het zand. Ongelooflijk. IS het eindelijk mooi weer, kan ik nog niet naar de overkant!

 

 

Het eilandje heeft een tijd als ford gediend, maar is ook een dierentuin (!) geweest. HOE DAN? Ik hoor het je denken. Geloof me, ik weet het ook nog steeds niet. Terwijl ik bovenop stond praatte ik met de ‘Guide’. Hij vroeg naar mijn project. Ik was op dat moment zo in de war doordat niks ging zoals ik wilde dat ik het hem een beetje vaag uitlegde. ‘Iets met isolement’. Hij grijnsde en zei dat hij dacht dat ik zelf nog niet eens wist waar ik mee bezig was. Au. Ja.
Met een diepe zucht staarde ik naar Caldey in de verte. Beneden mij stond er heel groot “Happy Birthday” in het zand geschreven, en ik voelde me weer even heel erg eenzaam.

Toen ik naar beneden liep tipte de Guide me een café wat vol met vissers zou zitten: The Hoping Anchor. Hij zei dat als ik érgens kans zou hebben op een lift naar de overkant, ik daar moest zijn. Eigenwijs als ik ben (ik laat me niet tegenhouden door een beetje wind) stapte ik het café binnen vol ruwe zeebonken. De eerste de beste die er een beetje lief uitzag vroeg ik met een lief stemmetje of hij een manier wist om me naar de overkant te krijgen. Hij moest lachen. Het verspreidde zich als een vuurtje door de kroeg en een beetje stom grijnzend werd ik van de ene visser naar de ander gestuurd. Iedereen beloofde me dat zodra ze naar de overkant konden, ze Maria, van mijn hotel in zouden lichten. Vooruit dan maar. Ik had het in ieder geval geprobeerd.
Beneden in de haven kwam ik nog een andere visser tegen: John. Een fantastisch grappige kerel met gele regenlaarzen en een dikke buik. Hij heeft zo ongeveer tegen het hele dorp rondgebazuind dat ik naar de overkant moest, en ik had de grootste lol met hem en zijn vissersmaatjes. Een van hen liet het woord “Limbo” vallen, living in limbo, tussen twee werelden in. De rest van de avond is dat niet meer uit mijn hoofd gegaan.

 

 

Die avond was ik eigenlijk van plan om naar de Life Boat te gaan, een pub met live muziek. Om 8 uur ‘s avonds was ik zo moe van alle indrukken en emoties dat ik maar gewoon in mijn bed gekropen ben. Voorbereiden op de dagen die volgen!

 

 

Het Caldey Avontuur: deel 1

Het avontuur begon al in Bristol. Na een fijne vlucht en een overnachting in een hotel aldaar, stapte ik in alle vroegte op de trein naar Tenby. Tot Cardiff, waar ik over moest stappen ging alles perfect. Een mooie trein, superluxe met stopcontacten en wifi. Wifi, dat wat ik probeerde te vermijden kwam ik overal tegen. In het hotel, in de trein, in de stad.


Toen ik in Cardiff overstapte in de boemeltrein naar Tenby, ging het mis. Door de overstromingen reden er geen treinen. Ik zat anderhalf uur vast op een heel klein stationnetje waar ik veel te sterke vieze thee dronk in een grauw winkeltje. Ik praatte met de winkelmevrouw, en met een andere gast die ALLES wist over Harry Potter. De tijd vloog gelukkig voorbij. En zo gebeurde het dat ik na 8 uur lang bussen en treinen en nog meer bussen uiteindelijk in Tenby arriveerde. In regenachtig Tenby welteverstaan. In een uitgestorven Tenby, een vissersdorpje waar het in de zomer krioelt van de toeristen. Waar de hotels ‘kleuren tv’ en ‘warm water’ aanbieden. Waar iedereen, iedereen kent.

 

 

Ik belde aan bij het hostel dat me was aangeraden door een van de monniken van het eiland. Maria, de eigenaresse, een Spaanse, deed open. Ze had me niet meer verwacht. Ik kreeg een piepklein kamertje, waar ik mijn koffer net in een hoek kon openen. Buiten regende het. Ik was moe, en voelde me alleen. Ik had al vernomen dat er de volgende dag waarschijnlijk geen boot zou gaan wegens het aanhoudende storm weer. Ik had behoefte aan een warme knuffel, maar die was er niet. Wat kan een mens zich dan alleen voelen.

 

 


Enigszins zombie achtig ging ik het dorpje wat verkennen. Het was triest, grijs en grauw. Uitgestorven. En heuvelachtig. Ik als niet sportende Nederlander die geen heuvels gewend is, had het zwaar. Ik voelde me verloren en alleen. Het geen contact hebben op momenten dat je je zo voelt, is confronterend. Ik liep over het strand. Waaide bijna uit mijn schoenen. Het was onwerkelijk om ineens bijna op de plaats van bestemming te zijn. En nog onwerkelijker dat je het eiland kunt zien liggen, maar weet dat je er niet kan komen.
Mijn mond viel open van verbazing toen ik in de haven alle boten in het zand aantrof. Zulke eb en vloed had ik nog nooit meegemaakt! Ik slenterde wat tussen de boten door, en vond de befaamde boot naar Caldey. Toen de avond viel zocht ik een cafeetje, at ik hele vieze wortelsoep. Ik kon wel janken. Buiten viel het met bakken uit de hemel, de paar mensen die ook aan het eten waren hadden het gezellig en naar hun zin. Ik probeerde contact te leggen met een vrouwtje aan de bar. Na even gekletst te hebben voelde ik me ietsje beter, maar de vermoeidheid eiste zijn tol. Vroeg onder de wol na de eerste dag.

 


De tweede dag was het nog steeds ontzettend slecht weer. Maria maakte me wakker om te vertellen dat er inderdaad geen boot ging. Een beetje verdoofd probeerde
ik het Engelse ontbijt weg te werken met worst en ei. Om 7 uur ‘s ochtends. Geen goed idee. De tweede dag heb ik eigenlijk de hele dag rondgestruind door het dorp,
alles verkend. Ik ontdekte dat ik niet weg kon, aangezien de gehele omgeving overstroomd was door de hevige regenval. Vast in een vissersdorp, het is weer eens wat
anders! Titus, de monnik, en tevens de ‘Guestmaster’ van het eiland, smste me. Ik moest even gaan checken of mijn boodschappen, die in de loods in de haven stonden niet overstroomd waren. Want het water had ontzettend hoog gestaan de nacht ervoor.

 


Daar aangekomen trof ik inderdaad een loods aan, en stond ik tot mijn enkels in het water. Gelukkig stonden de boodschappen op een verhoginkje en kon ik bijna alles nog redden. Alleen had ik geen plek om het op te eten! Het was bedoeld voor mijn tijd op het eiland. Ik vroeg aan Maria of ik misschien bij haar zou mogen koken. Ze maakte een uitzondering, en zo stond ik ‘s avonds mijn eigen maaltijd in elkaar te flansen terwijl Maria vertelde over haar leven in Spanje.
Mijn prepaid telefoontje deed goed dienst, het smsen met brother Titus kalmeerde me. Hij straalt een bepaalde rust uit, stelde me gerust. Het contact met Maria hielp me ook, ik begon met thuis te voelen in het hotelletje. Ik baalde nog steeds van het weer, maar ik raakte niet meer in paniek bij het idee dat er de volgende dag geen boot ging

 

 

 

Afscheid, Voetbal en Ecopark

Zaterdag was het dan zo ver. Loes en ik gingen voor de laatste keer naar Papaya School. Samen met ate Jo gingen we weer richting Payatas. Loes ging een uur lang een van de leerlingen van de school filmen over haar dagelijkse leven. Ondertussen ging ik op zoek naar het thema van de webdocumentaire: water. Ik maakte wat beelden van mensen die zich wassen in de sloppenwijken. Ondertussen werd ik van alle kanten in de gaten gehouden door kinderen. Het meisje wat Loes filmde fluisterde dat ze zo keken omdat ze nog nooit mensen hadden gezien met onze huidskleur. hihi!

Het was echt ontzettend mooi om nog even rond te mogen lopen in de Payatas, ondanks dat het misschien niet echt heel veilig is, heb ik me geen moment onveilig
gevoeld dankzij de ‘bewaking’ van ate Jo. Ik voelde me ontzettend welkom bij iedereen.

Na een tijdje liepen we naar een voetbalkooi waar een wedstrijd plaats vond tussen het nationale Filipijnse voetbalteam (!) en de straatkinderen van Payatas. De  ASCT, een engelse organisatie die samenwerkt met Kalinga, geven de kinderen geld om naar school te gaan. Als ze naar school komen krijgen ze voetbaltraining. Komen ze niet, krijgen ze ook geen training. Als hun cijfers erg om laag gaan, krijgen ze minder geld. Het is een mooi systeem en je ziet hoe onwijs enthousiast de kinderen zijn tijdens een wedstrijd. Heb er echt van genoten.

Daarna zijn we richting Eco Park gereden, een park dat helemaal is aangelegd vol met tropische planten. We hebben wat gedronken en gekletst met verschillende mensen. Moesten op de foto met een Jappanners die helemaal hysterisch werden omdat ze blanke mensen zagen, en hebben lekker een beetje rustig aan gedaan in het zonnetje. Een van de weinige chill momenten hier in Manila, zonder de hectiek van de stad. Met hele lieve mensen.

Daarna heb ik nog wat souvenirs gekocht, en daarna veel spulletjes gekocht op Papaya school die door de moeders van de kinderen zijn gemaakt.

 

Mijn vervoersmiddel van de afgelopen twee weken!

En toen kwam het moment van afscheid. Helaas. Terwijl ik in de jeepney zat ging de zon onder en veranderde de weg in een lichtjeszee. De geur van smog waar ik inmiddels (bijna) aan gewend ben, en Ate Jo die heel hard mee zong met You are not alone van Michael Jackson. Toen moest ik wel even een traantje wegpinken. En later al helemaal, toen ik Jo een hele dikke knuffel gaf. Ik zal haar oprecht, onwijs missen.

Natte voeten, Kikkers en Modder

Vrijdag. Ik word wakker van een raar geluid dat verdacht veel lijkt op regen. Ik vlieg mijn bed uit en kom tot de conclusie dat het regent. En niet een beetje, nee. Het STORT. Een tropische regenbui in Manila. In het zuiden van Manila was er een tyfoon en wij hier kregen er het staartje van mee. Al gauw bleek dat het te gevaarlijk was om richting de Payatas te gaan omdat het een laaggelegen gebied is, en er veel modderstromen waren.

Ik besloot om iets te doen met het rare weer en ben samen met Philippe, onze leraar, de regen ingegaan. Compleet ingepakt waren we alsnog binnen 5 seconden doorweekt. We zijn rond gaan lopen in het dorpje beneden en hebben mensen geinterviewd over het weer en de klimaatverandering!

En het is gepubliceerd op   http://verspers.nl/foto/join/1751/opmerkelijke-tropische-storm-treft-de-filippijnen/

Hoera! De eerste publicatie is binnen!

 

Bloedzuigers, Fosfer & Regen

Om kwart voor 6 vanochtend kwakte ik mijn wekker uit, en liep ik half slaapwandelend naar de lobby waar de bus aan kwam rijden voor een toffe trip. We zijn met de hele groep naar Mount Makiling geweest een vulkaan die niet meer ‘echt’ actief is en volledig begroeid is met een prachtig tropisch regenwoud.

Het was een enorme klim naar boven. We liepen eerst een eindeloos prachtig slingerpad omhoog op met overal speciale bomen, bloemen, en een heerlijke geur.

 

Later werd het spannender toen we het begroeide regenwoud ingingen en van de paden afweken. Overal lagen spekgladde stenen op de grond. Zie hier voor je: Ilse met een veel te grote enorme foto rugzak, een camera in haar hand en Vans aan haar voeten. SPEKGLAD. Ook leuk dat je continu allerlei planten in je gezicht krijgt, rare insecten ziet lopen, en halverwege even wordt medegedeeld dat je van de planten af moet blijven in verband met bloedzuigers. Yum.

Na een hele klim slash glibberboel kwamen we boven. Er stroomde een oranje watertje met fosfor. We kwamen aan bij een deel van de vulkaan waar het fosfor omhoog borrelde. Je hoorde het bubbelen en overal was er mist. Echt een prachtig gezicht.
Daarna moesten we het hele stuk weer naar beneden, maar niet voordat het kei hard begon te regenen (die geur! Goddelijk!) en een vers geplukte kokosnoot kregen.  Een regenwoud zou een regenwoud niet zijn zonder stortregens.. heerlijk om dan in de stromende regen naar beneden te wandelen.

Daarna zijn we richting Manila Bay gereden waar je dan ineens de andere kant van de Filipijnen ziet. Een enorme drukte en duizenden mensen die naar de zonsondergang keken (die helaas alles behalve spectaculair was door een tyfoon verderop) en het aller vreemdste is, dat wij allemaal aan worden gekeken alsof we aapjes zijn. Acht fotograferen lopen langs, en worden gefotografeerd door de Filipijnen. Alsof ze nog nooit een blank persoon hebben gezien. Het was een van de raarste dingen om mee te maken. Aapjes kijken. Zij naar ons, wij naar hun.

Daarna was het tijd voor een cocktail en een laaaange rit (file, wanneer niet!) terug naar de uni. Nu even wat foto’s online gooien en dan snel mijn bed opzoeken want het worden een paar drukke lange dagen!

 

Riots, Tyfonen en Interviews.

Gisteren was een hectische maar toffe dag. We begonnen de dag behoorlijk vroeg op de universiteit waar ik voor het eerst deze reis dwars door mijn wekker heen sliep. (hoezo moe!) Binnen 5 minuten was ik aangekleed want Lizanne, een journaliste die ik leerde kennen via twitter was al gearriveerd. (oeps, sorry!) Samen met haar en een klasgenootje gingen we richting de Papaya Academy waar ik (haleluya!) een camera kon lenen van iemand. We hebben een tijdje met de kinderen gedold en ik kreeg alle tien mijn wegwerpcamera’s terug. Hartstikke vol en voorzien van een naam! Yes!

Na een tijdje was het tijd om een interview te doen met Craig, de man achter NSCF, een organisatie die kinderen rondom de Payatas vuilnisbelt voorziet van onderwijs. Hij woont hier al 30 jaar en kon ons alles vertellen over de afgelopen tyfonen die hij stuk voor stuk heeft meegemaakt. Erg heftig om te horen. Nog heftiger was het toen we later door het gebied reden wat was overstroomd. Huisjes die compleet leegstonden. De zogenaamde resettlement arias. Mensen kunnen hier gratis wonen in een betonnen huisje (1 kamer). Alleen heeft de overheid deze huisjes gebouwd in een gebied wat als eerste overstroomt bij een tyfoon…

Het was alsof we door een spookstad reden. Later gingen we ook nog de sloppenwijken eromheen in en hebben we twee bijzondere interviews gehouden met overlevenden van de tyfonen die hun huis keer op keer wederopbouwen. Ongelooflijk waar de Filipijnen hun kracht vandaan halen. Hoe ze blijven lachen en positief blijven. Daar kunnen Nederlanders nog wat van leren.

Later werd het nog even spannend toen we net in het busje zaten om weg te gaan. Er waren rellen en we moesten bukken in de bus omdat de kans dat er pistolen aanwezig waren behoorlijk groot was. Het is dan even net alsof je in een film zit. Bizar. We reden echt van hot naar her en aan het eind van de dag zat ik weer compleet vol van alle indrukken van die dag.


Vroeg naar bed, want vanochtend werden we om 6 (!) uur opgehaald!

Oh, en ik krijg mijn wegwerpcamera’s terug!

Hectiek, Paniek & Indrukken

Gisteren was echt de meeste hectische dag toch nu toe. ‘s ochtends werden Loes en ik opgehaald om naar Papaya Academy te gaan. Wederom in de jeepney van de Papaya school. We waren allebei heel slaperig en moe door de afgelopen week, en hobbelden dan ook half snurkend richting de school. Samen zijn we bezig met een multimedia project over de overstromingen rondom de vuilnisbelt.

Daar aangekomen wilde ik eerst wat gaan fotograferen op de school toen mijn camera definitief overleed. Paniek alom dus. Het belangrijkste ding waarvoor ik hier ben, kon ik niet meer uitvoeren. Ongelooflijk. Een camera crash bij een bijna drie jaar oude camera, zomaar ineens. Dikke vette pech. Of was het toch de Wawa geest? Gelukkig was iedereen heel erg behulpzaam en besloten we om eerst richting de sloppenwijken te rijden waar we ‘snel’ even een interview deden met iemand die haar huis vaak kwijt raakte door de tyfonen. Het ene moment zaten we in een auto met airco van degene die ons hielp, het volgende moment liepen we tussen het afval. De omschakeling is zo groot, en gaat zo ongelooflijk snel.

Daarna gingen we snel even ergens wat lunchen en vervolgens in een ander busje weer door naar het Sony Service Centre (weer een uur hobbelen). Reizen in de Filipijnen is echt ontzettend vermoeiend door de onwijze drukte, continu bijna-aanrijdingen en vooral heel erg veel herrie en hitte. Aangekomen bij Sony vertelden ze me dat ze de camera wel op zouden kunnen sturen naar Singapore… double merde. Daar had ik natuurlijk niks aan. Zwaar balend reden we terug richting de universiteit terwijl mijn hersens kraakten om een oplossing te bedenken. Huren, lenen, verzekering vragen? Toen belde een reddende engel van de organisatie dat ik zijn camera mag lenen tot dat ik weer naar Nederland ga, met uitzondering van donderdag. Ik kon wel janken. Men, ik ben zo ontzettend opgelucht!

Terugaangekomen stortten Loes en ik meteen in van vermoeidheid maar hebben we nog een avondje door zitten werken. Vanochtend om 8 uur moest ik weer aanwezig zijn om internet te regelen (die het nu eindelijk echt lijkt te doen!!) en toen ik daarvan thuis kwam viel ik meteen weer als een blok in slaap. Het hakt er in hier.

Alles is zo prachtig, en leuk en mooi om mee te maken, maar alles bij elkaar is het ook echt ontzettend heftig. Je wordt continu aangestaard alsof je een aapje bent, het is snikheet, het is hier geen moment stil. Overal en altijd is er herrie, muziek, praten, verkeer, geschreeuw. Privacy hebben we niet, momenten alleen niet, en je bent continu bezig met fotograferen. Eigenlijk heb je niet eens tijd om te verwerken wat je die dag hebt meegemaakt als je alweer verder moet. Vanavond lig ik om 10 uur in bed! (dat probeer ik tenminste) En morgen word weer echt een ongelooflijk toffe dag volgens mij.. nu al zin in!

Maar, we maken tussendoor ook gewoon lol hoor, met onze slaaphoofden!

In the jungle, in the jeepney (KLIK!)

 

Wawa Dam, Geesten & Karaoke

Hoi!

Eventjes weer een update. Afgelopen zondag ben ik teruggegaan naar de Wawa Dam. Het blijft echt een magische plek, en deze keer was het nog mooier! Wel merkten we dat het zondag was, en dat het er ineens heel erg druk was met lokale bevolking. Er werd gemountainbiked, er waren crossmotors en overal schalde er karaoke uit de rieten hutjes. Dat is wel echt een hele bizarre ervaring. Loop je door een prachtig stukje jungle en natuurschoon, hoor je overal zingende mensen.

Karaoke (KLIK!)

We hadden deze keer begeleiding van een ‘guard’ die daar woonde. De dam was vroeger de belangrijkste watervoorziening van Manila, maar is tegenwoordig alleen nog een vakantieoord voor de armere mensen die daar hele dag in het water liggen te poedelen. De overheid wil het gebied herstellen, de historie terugbrengen en alles renoveren. Nog meer een toeristenspot van maken. Naast het water woont alleen een hele community, die er erg op tegen waren. De regering wilde hun er weg hebben. Na twee jaar van aanslagen (we liepen langs checkpoints van het leger) op de overheid is er sinds 6 maanden een akkoord. Het was er dus veilig, maar voor de zekerheid wel een guard mee. We vallen zo ongelooflijk op hier!

Hectisch (KLIK)

We liepen door het dorpje langs het water waar men houtskool maakt. Overal stonde mango bomen, bananen bomen, cacao bomen en zelfs wilde orchideeen gezien! Echt zo mooi allemaal. Na een tijdje wandelen kwamen we aan bij wat bootjes en werden we in een kano(tje) naar de overkant gebracht. Natte voeten. De guard klom in een palmboom en haalde er kokosnoten uit. Iemand toverde een fles vodka te voorschijn en zo zat ik midden in de jungle, aan het water met een rietje een kokosnoot met vodka leeg te slurpen. Heer-lijk!

Kokosnoten openmaken (KLIK)

 

De terugweg was wat minder…mijn camera gaf ineens een error aan en ik kreeg een halve rolberoerte. Na een tijdje proberen deed hij nog steeds niks, en de vrouwen begonnen hysterisch te gillen dat het de wawa geest was die dit deed. Heel vaak gaan er schijnbaar camera’s kapot bij Wawa Dam…

Terug aangekomen bij de Universiteit deed hij het weer…

Balut, Afval en Wegwerpcamera’s

Gisteren was wederom een pittige dag! Nadat donderdag een ‘rust’ dag was waarin ik vooral veel heb nabewerkt, ging ik gisteren weer op pad. Ik werd om half 10 opgehaald met een jeepney na een slapeloze nacht. Ik lag half te pitten op mijn rugzak toen ik wakker werd van het jeepney geronk. Heerlijk is dat. Ik stapte bepakt en bezakt in en al hobbelend en bobbelend gingen we richting Papaya Academy. Het is echt bizar. Een jeepney komen uit de tweede wereldoorlog en waren van de Amerikanen, ze zijn hier verlengd en omgebouwd tot bussen. Inclusief gaten in de grond en stangen om je vast te houden. En dat is maar goed ook!

Jeepney tocht

Na een uurtje hobbelen kwamen we aan op Papaya Academy waar het eigenlijk al vertrouwd voelde. We hebben nog even wat afspraken doorgenomen en toen kon ik de wegwerpcamera’s gaan uitdelen aan de kinderen. Ik had een aantal richtlijnen en regels opgesteld en de leraressen hadden tien kinderen uitgezocht die netjes naast elkaar zaten te luisteren naar de uitleg. Ongelooflijk. Nederlandse kinderen kunnen er nog wat van leren.

Wegwerpcamera project: de fotografen!

Daarna ging ik met de kinderen mee de Jeepney in om ze thuis te brengen naar de sloppenwijk Payatas. Dit is een sloppenwijk rondom een vuilnisbelt waar mensen hun geld verdienen. Wat een cultuurshock krijg je dan. Het ene moment stralende kinderen op de school met een bord eten voor hun neus, en het volgende moment kom je op de plek waar ze wonen. In de stank, tussen de dieren, tussen het afval. Het was leuk dat mijn begeleidster van Papaya heel veel mensen kende daar waardoor ik daadwerkelijk op veel plekken naar binnen kon. Halverwege begon het ook nog eens flink te regenen. (typisch! We doen een project over water, en het regent normaal gespreken nooit rond deze tijd!)

Met een trycicle ben ik rondgereden door de sloppenwijken. Van de ene kant naar de andere kant. Ik heb gezien hoe men het afval dat ze verzamelen wassen in de rivier, die ontzettend vies is. Daarna brengen ze het naar de junkshops die er zitten, of naar de fabriek. Een kilo lege plastic flesjes levert ze 12 peso op. Dat is ongeveer 0,22 cent. Schokkend. Iedereen was echt heel erg lief voor me en het was heel bijzonder om zo welkom geheten te worden.

Ik sprak met een gezin dat met zijn zevenen in 1 ruimte sliepen. Ze vertelden me over de ramp uit 2002 waarbij door een enorme regenbui het afval van de berg afgleed en honderden mensen de dood vonden. Verschrikkelijk. Ondertussen boden ze me een drankje aan wat bestond uit zoete aardappel, chocolademouse, cocos, rijst, gelatine, en weet ik veel wat nog meer.. ik heb het maar niet geproeft haha.

Het drankje

Ook nam ik een kijkje op een kleuterschool waar de kinderen van de Payatas les krijgen. Bijzonder om er te mogen kijken. Ik heb echt ongelooflijk veel gezien en gehoord en het is gewoon teveel om allemaal even op te schrijven. Er komt vast nog veel meer naar boven de komende dagen!

Ik heb er een aantal uren rondgelopen tussen het afval, en af en toe bij mensen binnen geweest. Het was een hele bijzondere ervaring. Volgende week ga ik terug. Nu eerst nog wat in de buurt bezoeken en morgen ga ik weer op pad.

Overigens heb ik gisterenavond nog een hapje ‘balut’ op. Dit is een 18 dagen oud kuiken in het ei die ze koken. De eerste botjes en veren zijn al ontstaan… ugh! Toch smaakte het gewoon naar omelet..

Tot snel!

Er zijn trouwens nog steeds veel problemen met internet, dus kan ik weinig updates plaatsen, maar ik doe mijn best!