De Mantel der Liefde en de ING. (Pas op, dit is een verdrietig verhaal)

Toen ik klein was had ik een Pennyautomaat waar ik al mijn gespaarde guldens zorgvuldig instopte. Ik vond het een fantastisch ding.  Inmiddels heet het een Pinniemaat en zijn er euro’s in plaats van guldens. Toen ik ging studeren opende ik een studentenrekening bij de ING en toen ik afgestudeerd was veranderde die in een “normale” rekening. 

Toen ik vier jaar geleden mijn zakelijk rekening opende twijfelde ik dan ook geen moment. Ik ging naar het ING kantoor, liet trots mijn KVK inschrijving zien en had binnen een week een rekening geopend. Het eerste jaar met startersvoordelen. Helemaal te gek. 

Twee rekeningen heb ik dus, bij de oranje leeuw. Nu ik, zoals velen van jullie weten, bezig ben met een fantastisch mooi fotografie project over mantelzorg en ouderen, was ik verplicht om een stichting op te richten. Een projectplan van een ton, dat wil je niet combineren met je eigen zakelijke rekening. Veel te ingewikkeld. 

“Waarom wil je per se naar de ING?” deze vraag kreeg ik vrij vaak. “Omdat ik daar al twee rekeningen heb, en dat handig is met overboekingen” zei ik. “Omdat ik eigenlijk nooit problemen met ze heb gehad en snel antwoord krijg op mijn vragen”. 

Dus vroeg ik online, op vakantie, een nieuwe rekening aan voor mijn stichting: de Mantel der Liefde. Ik kreeg een mailtje terug dat ik binnen 10 werkdagen op een ING kantoor moest zijn met mijn paspoort en de boel dan kon regelen. Te gek, dacht ik. 

Op 10 augustus ging ik vol goede moed naar de ING. Nadat ik drie kwartier (!) op een van de oranje banken had zitten wachten was ik aan de beurt. Ik liet mijn mail zien en zei dat ik het openen van mijn rekening kwam bevestigen. Er was niks bekend in het systeem. De medewerker snapte er niet zo veel van. “Heeft u een momentje? dan haal ik er een collega bij”. Een half uur later stond ik buiten. Zonder rekening. Omdat het om een stichting ging moest een van de andere bestuursleden er ook bij zijn.

Goed, had ik misschien kunnen weten, maar het was bést handig geweest als dit vooraf even ergens aan me verteld was. Ik had 1,5 uur verspild. Gelukkig had mijn penningmeester tijd en zaten we een paar uur later weer bij de ING. Dit keer hoefden we “maar” een half uur te wachten. Een uiterst vriendelijke mevrouw regelde alles en beloofde ons dat binnen een week onze rekening geopend zou zijn en het pasje in de bus zou liggen. Blij ging ik naar buiten. We hadden wéér een stap gezet. Dat lange wachten en dat gedoe met de stichting vergaf ik de ING wel.

Op veertien augustus kreeg ik een mail. Met een bijlage. Ik moest allerlei moeilijke vragen beantwoorden. En ze verzochten me vriendelijk binnen 4 weken te reageren. Ik vulde alles z.s.m. in want we hadden haast. Onze sponsors hadden een rekening nodig om geld op te storten. 

Een kleine greep uit de vragen:

6.Welke geldstromen verwacht u over de rekening? Denk aan soort (girale overboekingen,
stortingen contant geld, internationale transacties, etc.) en frequentie van transacties.
7. Doet uw organisatie zaken met consumenten (B2C) of met bedrijven (B2B)?
8. Wie zijn de drie grootste (verwachte) afnemers en de drie grootste (verwachte)
leveranciers dan wel zakenpartners?
9. Houdt uw organisatie zich bezig met im- en/of export?

Goed, dat begrijp ik allemaal wel. Je weet tenminste nooit of je met een terroristische organisatie te maken heeft die zichzelf de Mantel der Liefde noemt. 

Ik kreeg het volgende antwoord:

Wij nemen de aanvraag verder in behandeling en doen ons best de procedure zo spoedig mogelijk af te ronden.

Fijn, dacht ik. Want het pasje had inmiddels al in de bus moeten liggen als ik de mevrouw van het ING kantoor had moeten geloven.

Het duurde en duurde. Ik ging maar weer mailen. En kreeg onderstaand antwoord:

Uw aanvraag ligt op dit moment ter beoordeling. U zult hierover voor het weekend een terugkoppeling per mail ontvangen met eventueel aanvullende vragen. Wanneer u geen terugkoppeling per mail ontvangt, wordt de aanvraag door het zogenaamde ‘tweede paar ogen’ beoordeeld. Daarna wordt de aanvraag afgerond. Dit duurt ongeveer een week.

EEN WEEK? Oke, niet in paniek raken, dacht ik.Het zal er wel bijhoren. Die aanvullende vragen krijgen we vast niet want tsja, we hebben het niet over een stichting die miljoenen gaat omzetten of iets dergelijks. 

Op 18 augustus kreeg ik mail en moest ik de volgende dingen aanleveren:

–       Graag ontvangen wij de statuten van de Stichting mantel der liefde
–       In de CDD inquiry geeft u aan dat de stichting het voornemen heeft om een ANBI status aan te vragen. Graag ontvangen wij documentatie ter verificatie dat de aanvraag voor de ANBI status in werking is gezet.
–      Uit de CDD inquiry komt naar voren dat de begroting voor het eerste project is ingeschat op € XXXXX  euro en dat er tot op heden € XXXX is toegezegd door twee partijen? Kunt u ter verificatie documentatie hiervan overleggen?
–       In navolging op de bovenstaande vraag: u geeft aan dat er nog meerdere sponsoraanvragen lopen. Welke ondernemingen en/of particulieren betreft dit?
–       Zijn er ook buitenlandse en/of particulieren waar de stichting nu mee in gesprek is in relatie tot sponsoring?
–       Accepteert de stichting buitenlandse sponsoring. Zo ja / nee, kunt dit nader toelichten waarom wel/niet?
–       Graag ontvangen wij een specifiekere toelichting omtrent de ingaande / uitgaande transacties die in relatie tot de stichting over de rekening zullen gaan stromen.
–       Waar zullen de eventuele verkregen winsten voor gebruikt worden of aan welke goede zullen de winsten geschonken worden?

–       Ten laatste ontvangen wij graag een toelichting hoe de relatie is ontstaan tussen de verscheidene bestuursleden van de stichting.

Ik raakte lichtelijk gefrustreerd en besloot de ING op te bellen. Onze grootste sponsor is een dergelijk grote partij waarvan ik niet wist of ik zomaar die gegevens mocht delen met derden. Dit vertelde ik de mevrouw aan de telefoon ook.

Haar antwoord was: “Dat is heel vervelend voor u mevrouw, maar als u die gegevens niet geeft kunt u helaas geen rekening bij ons openen”

Ik was flabbergasted. Ik héb al twee rekeningen, ik ben al sinds kleins af aan klant en nu dit? Zouden ze nou écht denken dat we illegale praktijken zouden uitvoeren? Braaf en een tikje gefrustreerd over mijn privacy heb ik wederom netjes antwoord gegeven op alle vragen.

Op 24 augustus kreeg ik wederom antwoord, met wederom dezelfde toezegging:

Uw aanvraag ligt op dit moment ter beoordeling. U zult hierover een terugkoppeling per mail ontvangen met eventueel aanvullende vragen. Daarna wordt de aanvraag afgerond. Dit duurt ongeveer een week.

Ah, te gek. Nog een week. Ik besloot na een paar dagen maar weer te bellen om te vragen hoe lang het zou duren, want we hebben immers haast. De mevrouw beloofde me dat het echt niet lang meer zou duren. Ik vroeg haar meteen hoe het zat met krediet, de mevrouw van het ING kantoor had ons namelijk verteld dat we dit heel makkelijk aan konden vragen.

Een korte uitleg: onze grootste sponsor (bijna 50% van totale begroting) betaald pas achteraf, dit staat zwart op wit in een contract en dus lopen we geen risico wanneer we krediet aanvragen, anders zou ik dat namelijk niet durven. 

De telefoon-mevrouw moest lachen toen ik zei dat t wel om xxxx euro ging. “Ach mevrouw, wij geven krediet tot 250.000 euro! Daar is dit niks bij, geen zorgen. U kunt dit online aanvragen en dan is het binnen 48 uur geregeld”. 

ZO FIJN! Ik was blij. Oke, ik was ook een tikje geirriteerd dat t allemaal zo lang moest duren. 

De 30e kreeg ik dan EINDELIJK bericht dat onze rekening was goedgekeurd. Ik moest nog “even” wachten op de post met pincodes en dat soort dingen. Deze kreeg ik afgelopen woensdag in de bus. Helemaal opgelucht en blij fietste ik naar een ING service punt. Yes, we hadden een rekening, mensen konden storten, we konden krediet aanvragen in afwachten van de rest van de sponsoring en beginnen met het bouwen van de expositie. HOERA! 

Ik logde in en ging naar krediet aanvragen toe. 

“Het is voor deze rekening niet mogelijk krediet aan te vragen” zag ik staan.

Vreemd, dacht ik. Naief als ik was dacht ik dat we vast nog niet helemaal goed in t systeem stonden of iets dergelijks. Vrolijk belde ik de ING op, om het telefonisch te regelen. 

“Begrijp ik het goed dat u een stichting heeft?” 

Ja dat klopt!

“Dan kunt u namelijk geen krediet aanvragen”

….

WAT?!

Ik denk dat dit het moment was dat er stoom uit mijn oren kwam, ik het project compleet zag instorten en tegelijkertijd zin had om een potje te janken. HOEZO KAN DAT NU INEENS NIET MEER?

“Het enige wat ik voor u kan doen is dat we nu een intake doen, en dan moet je nog “even” door een accountancy kantoor jullie begroting goed laten keuren (lees: kost geld), zodat wij uw aanvraag dan uiteindelijk kunnen afkeuren. Als wij hem dan afgekeurd hebben kunt u naar Qredits toe, een bedrijf waarmee we samenwerken en dan kunt u het bij hun proberen”

…. maar daarvoor moet ik dus eerst geld uitgeven aan een accountancy kantoor en moeten jullie de aanvraag afkeuren?

“correct”

Godgloeiende ING. Ik ben zo zo zo zo zo diep teleurgesteld in deze gang van zaken. Ik ben zo ontzettend boos. Ik heb gehuild uit onmacht. Uit oneerlijkheid. We zijn bezig met een waanzinnig prachtig mooie expositie met een enorm maatschappelijk doel die twee jaar gaat reizen. Waarmee we de wereld een stukje mooier kunnen maken. Waarmee we meer bekendheid en ondersteuning creeeren voor mantelzorgers, voor ouderen. Alles en iedereen staat als een huis achter ons, ik heb ZWART OP WIT dat we in december een groot bedrag krijgen en dit is wat ik krijg? Na een maand wachten?! Maar goed dat ik toen ik mijn eerste guldens in mijn penny automaat stopte dit nog niet wist.

Jullie hebben het flink verpest bij me en ik heb heel veel zin om al mijn rekening ergens anders onder te gaan brengen.

ps: een donatie aan de Mantel der Liefde zou welkom zijn ons rekeningnummer is:

Stichting Mantel der Liefde – NL16 INGB 0008 0115 44

Dankjewel. 

UPDATE

De ING heeft contact met me opgenomen en zal een coulancebedrag overmaken naar de Stichting. Daarnaast zal er op de afdeling aan collega’s gevraagd worden ook te doneren omdat ze het een waanzinnig mooi project vinden. 

Ondernemen na de academie

Tijdens mijn studie op het AKV. St joost én op de KASK in Antwerpen was ik al zo nu en dan in opdracht aan het werk. Ik fotografeerde een keer een bruiloft in de Efteling op mijn 16e, kwam in contact met Kunstbalie die me een grote opdracht gaven en had al gauw de smaak te pakken. Ondernemen vond ik leuk, mijn geld verdienen met dat wat ik het liefste doe: dat was mijn missie.

Ik leerde het ondernemerschap door het gewoon te gaan doen. Ik startte mijn bedrijfje in mijn afstudeerjaar en vroeg anderen het hemd van het lijf wat betreft boekhouden, goede tarieven en acquisitie. Ik verbaasde me erover dat ik hier tijdens mijn beide studies zo weinig over geleerd had. 

Ongeveer twee jaar geleden ging ik om de tafel zitten met Coos Salomons van Kunst & Werk op de academie in Breda. Ik legde hem mijn “probleem” voor. Ik had tijdens mijn studie echt wel wát geleerd. Er kwam eens een boekhouder vertellen over boekhouding en een advocaat over portretrecht, maar het voldeed niet. Ik wilde graag een workshop ontwikkelen gericht op derde en vierde jaars fotografie studenten over het werkveld. Over ondernemen als fotograaf. Over ondernemen ná de kunstacademie. 

Het onderwijs is langzaam aan het veranderen en er is meer ruimte voor dit soort onderwerpen. Ik heb collega Marleen Hoftijzer (die ook filmt!) erbij gevraagd en samen hebben we een workshop in elkaar gezet. Onze beiden ervaringen zitten erin verwerkt. Beiden hebben we een volledig andere manier van werken en juist dát maakt het interessant voor studenten. Er is niet één manier om in opdracht te fotograferen. En zelfstandig fotograaf zijn betekent ook niet dat je enkel bruiloften moet fotografen zoals wel eens wordt gedacht.

Begin deze maand was het dan eindelijk zover. Marleen en ik gaven twee volle dagen workshop aan 3e en 4e jaars op het AKV. St Joost. We hadden het over netwerken, dilemma’s die je tegenkomt, tarieven, auteursrecht, onze wisselende werkweek, social media en nog vele andere dingen. Ondernemen in de breedste zin van het woord. Hoe kun je bijvoorbeeld geld verdienen met eigen geïnitieerde projecten? Wat doe je als een klant niet betaalt? Hoeveel uren moet je maken per jaar? Is het handig om een aparte werkplek te hebben? 

Helemaal blij sloot ik de laatste dag af. Er werd enthousiast gereageerd op de twee dagen. Studenten waren dankbaar dat we zo open waren over ons leven als fotograaf. Over onze tarieven en omzet. Over hoe Marleen elke dag om zeven uur uit bed springt en naar haar werkplek gaat en over hoe ik juist rustig aan doe in de ochtend en thuis werk. Dat het allebei kan. Hoe Marleen veel met fondsen werkt en ik veel met bedrijven. Hoe je een expositie kan verwezenlijken zonder dat het je bakken met geld kost. Er werd zelfs gevraagd om een derde workshopdag. Waarschijnlijk gaat deze er ook komen.

Denk je nou bij het lezen hiervan: wat GOED! Dit wil ik ook als student! Dit moeten ze bij ons op de academie ook geven! Of ben je een docent die dit ook wel ziet zitten. Stuur me dan gerust een mailtje. Ik ben te bereiken op info@ilsewolf.nl 

Schrijven om te onthouden – Opening expositie Leystroom

Wat. Een. Week.

Na maanden bezig te zijn geweest met het ouderenproject voor BredaPhoto was het afgelopen week de week van de openingen.

In april en mei scharrelde ik samen met mijn camera regelmatig rond in verzorgingstehuis de Leystroom in Breda. Het thema hier was “zelfredzaamheid”. Wat kan een oudere nog zelf? En wat kan een dementerende oudere nog zelf? Van zelf je veters strikken tot een sigaretje opsteken. De kleine dingen waren enorme uitdagingen.  Zo afhankelijk zijn, zo blij kunnen zijn met iets kleins. Het maakte dat er tranen over mijn wangen liepen toen ik naar huis fietste, de eerste keer.

Samen met Cora van Peer, de vrijwilligster vanuit BredaPhoto en Amy van de Leystroom, zochten we naar dingen die de ouderen nog konden. Zelf mochten ze ook een foto maken. Dit resulteerde in het feit dat ik zelf met enige regelmaat terug te vinden ben in de huidige expositie. (haha!) Ik wilde de uiteindelijk expositie een beetje huiskamer-achtig maken. Sfeervol. Naar aanleiding van alle fotolijstjes die ik tegenkwam in de kamers van de ouderen.

Ik besloot mijn foto’s op verschillende formaten te laten drukken en de foto’s die de ouderen hadden gemaakt in te lijsten. Samen vormen zij nu een collage aan de muur.

schermafbeelding-2016-09-26-om-11-40-21

Afgelopen donderdag was het dan eindelijk zover. De feestelijke opening. Alle oudjes hadden we verzameld in de eetzaal. Een voor een kwamen ze binnenschuifelen.

“Goeiemiddag mevrouw X, weet u nog wie ik ben?”.
– Al sla je me dood kind
“Ik ben de fotograaf! Weet je nog?”
– Och ja, leuk!

“Dag meneer! Hoe gaat het met u?”
– Wie ben jij? Wa ziede gij dr uit!
” Ik ben Ilse, de fotograaf, we hebben samen de foto’s gemaakt, weet u nog?”
– Nee.

bp-122

Ik glimlachte. De ene oudere is de andere niet. Dat bleek maar weer. Maar allemaal hadden ze het naar hun zijn. Ruud, de directeur van de Leystroom hield eerst een praatje. Daarna was het woord aan Geert van Eyck, curator van BredaPhoto. Als laatste mocht ik vertellen over mijn avonturen met de ouderen. Terwijl ik aan het praten was begon een van de ouderen, die we met bed en al naar binnen hadden gereden, te zingen: Jalalalalaaa! Lalalalaaa! Ik denk dat ze het naar haar zin had.

Samen met een mevrouw zou ik de expositie gaan openen. Ze moest met een schaar een stuk papier doorknippen dat voor de ingang gespannen was. “Gaat u met me mee mevrouw?” vroeg ik. “Ja, maar dat kan ik toch helemaal niet!” zei ze. “Tuurlijk wel” zei ik, “u zei ook dat u geen accordeon kon spelen, maar toch fotografeerde ik u al spelend op de accordeon!” Ze moest giechelen. Niet veel later knipte ze vol overgave het papier door. De expositie was geopend!

bp-120

Wat volgde waren heel veel bijzondere reacties. De ouderen herkenden zichzelf op de foto’s. Sommigen herinnerden zich ineens weer dat hij gemaakt was, anderen niet. Een van de bewoners was zo enthousiast dat hij maar bleef wijzen en lachen. Hij vond het fantastisch en ik daardoor ook..

bp-121
Een van de bewoonsters had hetzelfde bloesje aan als op de foto en moest daar erg om grinniken. Ze vond alleen de foto met de camera voor haar gezicht heel lelijk. Wat was dat voor ding voor haar hoofd?! Een andere bewoner kwam naar me toe in zijn rolstoel. “Ik heb toch een vraag aan jou” zei hij. “Vertel!” zei ik. “Ja, hoe kan het nou dat die beelden zo stil staan?”
Toen heb ik maar even uitgelegd dat het geen televisies aan de muur waren. Ondertussen was er een mevrouw naar me toe komen wandelen met wie ik die middag een ijsje was wezen eten. “Wat vindt u ervan?” vroeg ik. “Nou”, zei de mevrouw terwijl ze verdrietig keek. “Ik sta er helemaal niet op!”

De arme mevrouw deed twee jaar geleden wel mee, en dacht dat ze er nu ook wel weer bij zou hangen. Gelukkig vond ze het verder wel mooi. Het meest bijzondere en emotionele moment was denk ik toch toen de familie binnenkwam van een mevrouw die drie weken voor de opening was overleden. Een mevrouw die veel indruk op mij had achtergelaten met haar vrolijkheid en gekletst. Vlak nadat ik haar fotografeerde is ze heel hard achteruit gegaan. Het was heel erg bijzonder om haar laatste gezonde dagen te hebben mogen fotograferen.

 

bp-123

Foto’s: Ron Magielse
Voor nog een klein stukje (emotioneel) bewegend beeld van de opening: https://www.facebook.com/bredaphoto/videos/1469719149721761/

Roadtrip-droom

Met Pasen was Maartje op bezoek. Op dat moment belde ik met mijn Engelse Opa uit Mansfield. Een echte opa is het niet, maar zo voelt het wel. 18 jaar lang gingen we naar dezelfde camping in Zuid-Frankrijk. Ik ken Norma en Hugh al sinds baby af aan en ze leerden me al vroeg Engels praten. Zes jaar geleden overstroomde de boel daar en raakten we alles kwijt. Sindsdien heb ik Norma en Hugh niet meer gezien. “Who loves your face?” vroeg hij aan de telefoon. “You do!” zei ik. Zoals ik altijd zei wanneer hij het vroeg. “When are you coming over?” vroeg hij. “Soon” zei ik, met pijn in mijn hart. Ik wist niet wanneer dat zou kunnen. Ik wilde zo graag, maar het is best een reis voor “even een uurtje op de koffie”. Maartje keek me aan en zei de magische woorden: “Dan gaan we toch samen? Maken we er een roadtrip van.”

DSC_9597

En dus raceten we afgelopen vier juni van Breda naar Europoort in het camperbusje van haar ouders. Er was een omleiding en het goot dus we moesten flink (en dan bedoel ik echt flínk) doorrijden wilden we de ferry nog halen. Om 1 minuut voor zeven, nét voordat de poorten sloten vlogen we de boot op. Met het hart in onze kelen en een lachkick van de spanning pakten we onze spullen uit en gingen we op zoek naar onze hut, dat niet meer bleek te zijn dan een krappe 8 vierkante meter met 2 bedden die we uit de muur konden klappen. We maakten ons snel uit de voeten om de boot te verkennen. Een starbucks, live pianomuziek, een irish pub, een bioscoop, het kon allemaal niet op. Toch besloten we vroeg onze bedden in te duiken, we waren allebei moe van een aantal weken kei hard werken en konden wel een goede nachtrust gebruiken.

Al snel bleek dat we die nachtrust konden vergeten. De bedden waarin we lagen trilden door de motoren van de boot, als de buurman naast ons nieste zaten we rechtop in bed en om 6 uur begon de kapitein om te roepen dat het ontbijt klaar stond. Compleet verkreukeld sleepten we ons naar de Starbucks voor de broodnodige cafeïne. Om half 8 in de ochtend voeren we de haven van Hull in.

Na een dik uur wachten in de auto konden we eindelijk de boot af. De tomtom gilde dat we niet moesten vergeten om links te rijden en hup, daar gingen we. Over de snelweg richting Mansfield, waar Norma en Hugh wonen. De zon scheen, de muziek stond aan, we vonden onderweg nog een costa coffee en het was het begin van een heerlijke week. Met een enorme glimlach op mijn gezicht keek ik naar het glooiende Engelse landschap.

 

DSC_9629

Aangekomen in Mansfield vond ik het ineens toch wel spannend. Ik had mijn opa en oma dik 6 jaar niet gezien.. Hugh was inmiddels 89, en dus flink oud. Norma stond buiten al op ons te wachten en knuffelde me plat. Hugh zag me en deed hetzelfde. “Who loves your face?” was het eerste wat hij weer zei. We haalden herinneringen op, mochten blijven lunchen, lachten, en zagen allemaal een beetje op tegen het afscheid. Na een paar uur moesten Maartje en ik écht door om nog ergens een leuke camping te kunnen scoren. Hugh zat af en toe al te knikkebollen. Het was tijd om te gaan. Hij wilde mijn hand niet loslaten. “I DO love your face” mompelde hij. En we hadden tranen in onze ogen. Of we op de terugweg niet nog even langs konden komen, vroeg hij. Steek in mijn hart. “Now, go.” Zei Norma, “Otherwise i’m going to weep”. En dus gingen we. Norma en Hugh met tranen in hun ogen, ik snuffend in de auto. Alleen dit bezoek was de 12 uur op de Ferry al méér dan waard.

DSC_9620

Daarna gingen we in het Peak District op zoek naar een camping voor de nacht. De heuvels werden hoger, het landschap groener en de hoeveelheid lammetjes langs de kant van de weg was overweldigend. We slalomden een paar uur door het boerenland en eindigden uiteindelijk op een prima camping. Het was super rustig. We maakten de camper klaar voor de nacht, konden er douchen en speelden rummikub onder een fleecedekentje.

DSC_9680

DSC_9649

De volgende ochtend was het tijd om door te rijden naar de kust. De camping eigenaren hadden ons een camping aangeraden in Llanystumdwy een plek die we nog steeds niet kunnen uitspreken. (Net als de meeste Welshe plaatsnamen overigens) Maar eerst besloten we een bezoekje te brengen aan Chester, een mooie oude stad met een waanzinnige kathedraal.

We reden en reden maar vonden de juiste camping niet. Het was ons al eerder overkomen, de navigatie snapte het vaak niet helemaal. Het was een prachtige route langs de kust en we besloten nog een stuk verder door naar beneden te rijden zodat we de volgende dag minder ver hoefden. We slingerden langs de kust, zagen kastelen en kwamen uiteindelijk terecht op Shell Island, een camping aan zee. De zon scheen, we zetten onze stoelen buiten en genoten van de ruimte. Het was wederom enorm rustig op de camping.

DSC_9699

‘S avonds liepen we naar het “restaurant” voor wat te eten en een stramme internetverbinding. Ineens hoorden we een enorm kabaal. We keken omhoog en het bleek te plenzen. Oeps. We besloten te wachten tot de regen wat minder zou worden en dan snel naar de camper te rennen. Na een half uurtje namen we de gok. Aangekomen bij de auto keken we een beetje beteuterd. We waren vergeten dat de stoelen en onze handdoeken nog buiten stonden… in een enorme plas water welteverstaan.

 

IMG_6746 (1)

 

Goed. “De handdoeken hoeven we in ieder geval niet meer te wassen” zei ik. En we barsten in lachen uit. Op onze regenlaarzen gingen we op zoek naar een toilet, stampend door de plassen. Terug bij de camper besloten we dat het gin o clock was en gingen we maar weer een potje rummikub spelen. De volgende ochtend was het weer nog net zo treurig. Gelukkig was het droog. We bergden onze spullen weer op, maakten de camper gereed, maakten nog een paar gekke foto’s en vertrokken toen weer.

 

DSC_9804

DSC_9802

Wat toen volgde was een waanzinnige route dwars door Snowdonia National Park aan de westkust van Wales. We namen de kustroute naar beneden en zouden eindigen in Tenby, waar de boot naar Caldey Island gaat. Wat. een. rit. Urenlang zagen we niks anders dan mistige landschappen, schapen, nog meer mist, fjorden, nog veel meer mist, muren en bergen vol rhodondenderons en zo nu en dan een tegenligger. Het was misschien wel de mooiste route die ik ooit reed.

DSC_9965

DSC_9936

DSC_9999

DSC_9973

DSC_9996

We reden over en bruggetje en het bleek een tolweg. Aan het eind van het bruggetje stond een vrouw haar hand op te houden. 70 pence please! We grinnikten. Ondertussen waren we al een uur of wat op weg en hadden nog steeds geen koffie gehad. En koffie blijkt toch wel een eerste levensbehoefte tijdens een roadtrip. Benzinestations waren ook wat schaars, en een hapje eten zou er ook wel in gaan. We reden en reden. Kronkelweg na kronkelweg. Mistige berg na mistige berg. En ineens stond daar ergens in een weiland een huisje. Er stond een bord naast: coffee and wifi. Ik ben nog nooit zo blij geweest het woord “koffie” ergens te zien. Binnen was een heel lief vrouwtje zelf van alles aan het bakken. We kregen een enorme bak cappuccino (with chocolate on top!) en vonden gingerbeer (!) in het winkeltje. Onze dag kon niet meer stuk.

Vol goede moed stapten we weer in de auto voor de laatste paar uur richting Tenby. Onderweg hadden we besloten geen camping te zoeken dit keer, maar de auto te parkeren en te logeren in het Pembroke Hotel, bij Maria. Daar sliep ik 2 jaar geleden ook toen de boot niet bleek te gaan naar Caldey. Eind van de middag arriveerden we in Tenby. We lieten de mist achter ons en reden het zonnige en strakblauwe kustplaatsje in. We pakten onze eilandtassen, gooiden ze af bij het hotel en gingen Tenby verkennen. We lunchten bij Dennis Café met uitzicht over zee en St Catherines island.

DSC_0079

Daarna struinden we door de haven. Ik zag een man zitten die me erg bekend voorkwam. Het bleek een van de gepensioneerde vissers te zijn die ik 2 jaar geleden ontmoette toen ik vast zat in Tenby. We dronken koffie en wandelden toentertijd elke dag. Hij belde meteen John, een van de andere vissers. “Look John! Do you remember miss Sweden? (I’m from Holland!), you know, the photographer who wanted to go to Caldey last year? (2 years ago!) Yes! She’s here! She’s still the same! Just gained a little bit of weight. (JOE BEDANKT!). De vrouw achter de bar in de haven keek hoofdschuddend toe. “we have to deal with this every day, can you believe that?” Ik voelde me weer helemaal thuis. Het was precies als toen, alleen dan met lekker weer. Breed glimlachend gingen we verder. We dronken koffie bij mijn favoriete koffie plek op aarde met uitzicht over de baai: Café Vista. Ik bladerde mijn eigen boek door. Hier begon het allemaal. Een meeuw pikte ons lotus koekje. We besloten na een tijdje eerst even te douchen en daarna het nachtleven van Tenby te verkennen.

IMG_6813 (1)

IMG_6808 (1)

Toen we tegen de avond Tenby weer inliepen kwamen we uit bij de Lifeboat Tavern. Een toffe kroeg met live muziek. Een man speelde er bluesmuziek op gitaar. We dronken whisky en gin en in mijn pas gekochte jaren 50 jurk voelde het een beetje als in de film. We kletsten wat en genoten van de sfeer. Redelijk op tijd gingen we terug naar het hotel, de volgende ochtend moesten we natuurlijk al vroeg de boot hebben naar Caldey.

IMG_6851 (1)

—-

Om 8 uur liepen we de haven in. De boot zou om half negen vertrekken. Alan de kapitein herkende me. “At least the weather is better than last time you were here right! Welcome back!”. Op de boot ontmoette ik een vrouwtje dat vroeg wat ik kwam doen. Ik vertelde dat ik Caldey weer ging bezoeken na 2 jaar, omdat ik er gewoond had en mijn boek had gemaakt. “OH! Are you Ilse? I bought your book! Brother Titus loves it!”. Een paar minuten later kwam Paul aan waarbij ik logeerde toentertijd. Het was fantastisch al die bekenden te zien. Een half uur later meerden we aan op het eiland waar Brother Titus al stond te zwaaien.

Er stonden nog meer bekenden en het voelde als thuiskomen. Titus bracht ons naar cottage nummer 3 waar we konden slapen. Het stond al een tijdje leeg en rook wat muf. We gooiden meteen alles open en genoten van de stilte. We dronken een kop koffie (belangrijk!) en verkenden het eiland. Ik ontmoette oude bekenden en kletste bij. We slopen door het verboden bos en liepen naar Bullums bay, langs het huis van de piraat.

DSC_0142

DSC_0121

DSC_0123

DSC_0116

Later in de middag liepen we omhoog naar de vuurtoren en verder naar Red Berry Bay. DE plek op het eiland om zeehonden te spotten. We klommen een stukje naar beneden en ploften in het gras. Het was het lekkerste weer van de wereld. De laatste keer dat ik er zat had ik een dikke winterjas en laarzen aan. En was ik best een beetje verdrietig omdat het fotograferen moeizaam liep in het begin van de reis. Nu zat ik hier in mijn zomerjurkje met volle teugen te genieten van de schoonheid van het eiland.

We liepen nog een stuk door naar Sandtop bay en gingen daar in het gras een boekje lezen. Heerlijk liggen in de zon, met uitzicht op st Margareths, een stuk schiereiland. Het geluid van meeuwen op de achtergrond. Gelukkiger dan dat kon ik op dat moment niet zijn. Wat een heerlijkheid.



DSC_0231 DSC_0183 DSC_0188-bewerkt

We liepen terug naar ons huisje want later die avond zouden we om het eiland gaan varen in de boot van Paul. Beneden bij de steiger (de jetty, in eilandtermen) ontmoette ik Barbara en Don. Zij wonen in de zomer in cottage nummer 1 en hen ben ik destijds misgelopen. Ze was helemaal enthousiast. Ze hadden mijn boek in huis en zaten vol prachtige verhalen over het eiland. Paul ging in z’n rubberbootje naar zijn boot en wij wachten aan de kant. Het duurde en het duurde. Op een gegeven moment kwam hij terug. De boot deed het niet. Ty-pisch Caldey. Het gaat nooit zoals je wil dat het gaat. Er werd voorgesteld dat we in plaats van de boottocht maar gewoon wijn gingen drinken op de veranda van Ty Gwyn, het huis van Paul. Mijn lievelingshuis op aarde.

DSC_0261

We dronken wijn met zijn allen, en uiteindelijk eindige het erin dat we met zijn allen buiten aan de grote houten tafel die ik nog mee heb geschilderd, gingen eten. De zon ging onder en ik lag in mijn hangmat naar het tafereel te kijken. Intens gelukkig te wezen. Ooit ga ik er wonen. Ik weet het zeker. Het is mijn favoriete plek op aarde met de meest waanzinnige zonsondergangen.

Dit heeft weinig tekst nodig, maar voornamelijk beeld:

IMG_7043 (1) IMG_7047 (1) IMG_7111 (1) DSC_0297 DSC_0281

Samen met Simon liepen we door het donkere  bos met onze zaklampen weer naar huis. De volgende ochtend was het eindelijk tijd om een beetje uit te slapen en om half 10 kwam ik weer enigszins als mens mijn bed uit. We ontbeten en dronken koffie. Ik liet Maartje nog wat van het eiland zien en daarna besloten we af te dalen naar Sandtop bay. De mooiste baai van het eiland. Twee jaar geleden toen ik er was, heeft de storm een groot stuk van het zand weggeslagen waardoor je niet meer langzaam af kan dalen maar stijl naar beneden moet. We gleden met onze blote voeten de berg af en struinden over het zee. Ik rende met mijn voeten door de zee, klom op een paar rotsen en genoot van de zon.

DSC_0456

DSC_0465

DSC_0416

DSC_0344

13418425_10207775847892552_1829018307998822578_o

Na een tijdje waren we rozig en werd het tijd om terug omhoog te klimmen met het touw wat er hing.. en dat was nog best wel een uitdaging. Ik zwoegde met mijn bar slechte conditie en een fototas op mijn rug naar boven. Toen ik eindelijk boven was klom Maartje handig als een aapje achter me aan. Damn. We wandelden terug naar ons huisje en ik vond het slim om nog even vol in de netels te stappen voor de nodige prikkels. Hnnggg..

Die avond dronken we voor de verandering weer gin tonic en speelden we rummikub. Maar eerst gingen we nog naar de avondmis. Het compline om half 8. Mijn lievelings. Het is een mis waarin de monniken a cappella het Salve Regina zingen. Ook dronken we nog een gin tonic aan zee en keken we een uur lang naar een zeilboot die voor het eiland ronddobberde.

De dag erna bleek het wat regenachtig. We bezochten nog delen van het eiland die Maartje niet gezien had, sloegen wat chocolade en fudge in voor de terugreis en pakten onze spullen. Het was eigenlijk een heerlijk rustig dagje waarin we boeken lazen en gewoon een beetje vakantie vierden. ‘s avonds gingen we barbecuen bij Ty Gwyn waar Paul een aantal vrienden op bezoek had. We zagen weer de zonsondergang, bouwden een kampvuur, zongen zachtjes mee met Carole King, aten elderflower cake, dronken wijn, bier en gin. (jep) en genoten. Ik genoot van mijn tenen tot mijn kruin. Een van de mensen daar zei: you don’t want to leave, aren’t you? Ze kon mijn gedachtes lezen. Ik wilde dat die avond mijn hele leven lang zou duren.

IMG_7189 (1) IMG_7196 (1) IMG_7048

En toch was het de volgende morgen zover. We moesten weer gaan. Terwijl we onze laatste spullen inpakten toonde de lokale pauw nog even zijn veren. Kletsten we nog met Greg, onze buurman en sjeesden daarna naar de jetty. Titus gaf ons een knuffel. “Stay joyfull darling, enjoy every day of your life”. We sprongen op de boot en Simon nam nog wat foto’s. We lagen in een deuk toen Titus een photobomb probeerde te doen en er telkens voorsprong. Zie je het voor je? Een monnik in zijn pij die op de kade heen en weer springt? haha!

13423818_1090835160983828_662457712413631284_n

We zwaaiden tot we ze niet meer zagen en gingen toen nog een middagje Tenby in. Tenby dat een beetje bewolkt en grauw was. We aten een ijsje, shopten, aten het lekkerste ontbijt ever (eggs florentine!) dronken weer een fatsoenlijke kop koffie en bezochten de boekwinkel. Ik wilde nog kijken of er interesse was voor het (meer) inkopen van mijn boek. Ik vertelde dat ik de auteur was en ze deden alsof er een filmster binnenkwam. Of ik even alle boeken wilde signeren die in de winkel lagen.. ik voelde me lichtelijk opgelaten maar oh wat was het lief!

In de middag besloten we alvast een stukje richting Hull te rijden waar we de volgende avond de boot weer terug moesten hebben.  We stopten bij een camping en vroegen of er nog plek was. De eigenaar was een enorme praatgrage mafkees en na een halfuur praten (we hadden honger en wilden heel graag gewoon een plekje op de camping) wisten we dat zijn zus keelontsteking had, hijzelf een gebroken nek had gehad, er gipsy’s op de camping kwamen zo nu en dan, en ga zo maar door. We grinnikten toen we eindelijk van hem af waren. We reden voordat we gingen slapen naar een dorpje (drie huizen en een pub) verderop om fish en chips te gaan eten.

Daar zaten we dan, in onze bus, in een typisch Engels dorpje van niks (om depressief van te worden) fish en chips te eten.

IMG_7250 (1) IMG_7251 (1)

We dronken nog één avond gin en tonic in de camper tijdens een potje rummikub en gingen onze laatste camping-nacht in. De volgende ochtend reden we richting Hull, waar we ontdekten dat daar heel veel booskijkende chagrijnige mensen woonden. Onderweg hadden we alleen maar eindeloze regen. We aten ‘s avonds in een shoppingcenter pizza, struinden wat winkeltjes af, sloegen gingerbeer in en reden toen door naar de boot. We besloten de overgebleven gin maar soldaat te maken in de hoop een betere nacht te hebben dan de heenweg. We hadden de grootste lol.. (je had hier bij moeten zijn).

De volgende ochtend om een uur of 6 werd er alweer omgeroepen dat het ontbijt klaarstond en was ons avontuur voorbij. De acht dagen zijn voorbij gevlogen. Ik had het voor geen goud willen missen en zou het zó weer overdoen.

Tien jaar

Vannacht lag ik in bed in het huis van mijn ouders. Ik lag in hetzelfde bed als waarin ik lag toen tien jaar geleden de wereld compleet leek in te storten. Ik had een blauwe pyjama aan met een konijn erop. Ik was veertien. Oud en nieuw was voorbij, het nieuwe jaar was begonnen en ik moest weer naar school. In de derde van de middelbare zat ik.

Mijn vader was de dag ervoor niet lekker geworden. Hevige pijn in zijn arm. Een ziekenhuisbezoek in de middag resulteerde in morfine tegen de pijn en een verband. Een scheur in een spier die eigenlijk onmogelijk kan scheuren. Er hadden toen bij de artsen al allerlei belletjes moeten gaan rinkelen. Ze hadden ook in zijn bloed moeten zien dat er iets volledig fout zat. Maar ze zagen het niet. Hij werd gewoon naar huis gestuurd.

Er kwamen rond 8 uur ‘s avonds nog extra pijnstillers maar ook die deden weinig. Papa zag inmiddels groen van de pijn. Rond middernacht besloot mama dat ze terug met hem naar het ziekenhuis ging. Ik hoor het haar nog zeggen: met jou ga ik op deze manier de nacht niet in. Achteraf heeft ze met deze ferme beslissing zijn leven gered. Iets wat ik me jaren later pas ben gaan beseffen. Ik moest maar gewoon gaan slapen, als er iets was dan zouden ze bellen.

Nog volledig in onwetendheid ging ik naar bed. Helemaal alleen in het grote huis, iets wat sowieso niet mijn favoriete situatie was.  Rond vier uur in de nacht werd ik wakker. Ik liep door het huis en merkte dat ze er nog steeds niet waren. Ik belde mama. Papa werd geopereerd, ik moest maar weer gaan slapen. Alles zou goed komen. Morgen zou ze me bellen. Alleen belde ze me nooit.

Rond half 7 in de ochtend stond mijn halfbroer, die ik toentertijd maar een paar keer per jaar zag, in mijn kamer: “We moeten naar het ziekenhuis, papa gaat dood”. Ik hoor het hem nog zeggen. Op dat moment was het alsof de grond onder mijn voeten wegzakte. Ik werd kotsmisselijk. Alle cliché’s waren waar. In een klap ben je zowel wakker als verdoofd. Leef je op adrenaline. Wil je huilen maar dat lukt niet, want je gelooft niet wat er zojuist is gezegd. Verdoofd kleedde ik me aan en stapte ik in de auto. Ik belde een vriendinnetje uit reflex. Ik weet niet eens meer waarom.

Vanaf dat moment is het vaag. Ik heb heel veel losse herinneringen van die dag, en de dagen erna. Ik weet alleen niet meer wat de chronologische volgorde is van alle beelden in mijn hoofd. Ik weet dat papa aan zevenendertig infusen lag op de Intensive Care van het Carolus ziekenhuis in Den Bosch. Dat de gangen wit waren en er een vreemde lucht hing. Ik weet nog dat ik zijn wimpers niet meer kon zien doordat hij enorm opgeblazen was. Zijn nieren werkten niet meer en dus had hij meer weg van een opgeblazen kogelvis dan van een mens. Het was mijn vader niet die daar lag. Dat kon niet.

Zijn overlevingskans was iets van 5%. Papa had een vleesetende bacterie, een hemolytische streptokok en dan de gevaarlijke variant. De variant die zich in zo’n 24 uur naar je hart toe vreet en je van het leven beroofd. Een andere herinnering kwam een paar jaar geleden pas naar boven in een droom. Een droom die zo realistisch was dat ik hem vertelde aan mijn moeder. Ze beaamde dat wat ik had gedroomd echt was gebeurd.

Mijn moeder, tante en ik werden geroepen in het kamertje van een van de artsen. Hij vertelde dat papa dood zou gaan. Dat hij het niet zou redden. Op dat moment schijn ik heel hard te hebben gegild en ben ik de gang op gerend. De spierwitte gang die ineens ging draaien en zwart werd. Ik herinner met de verpleegsters nog die me opvingen. Hun aanwezigheid tenminste, ik herinner me geen gezichten.

De arts kreeg geen gelijk. Dag na dag ging voorbij en papa bleef leven. Hij kreeg de zalving van de zieken door een pastoor. Een laatste eerbetoon, maar het bleek geen laatste te zijn. Zijn nieren deden het niet en ik stond naast zijn bed maar tegen hem te vertellen dat hij normaal ook heel goed was in zeiken, dus dat hij dat nu ook maar potverdorie heel snel weer moest gaan doen. Dat zijn de dingen die ik heb onthouden van die gekke eerste dagen. De details weet ik nog. De grote lijnen niet meer. Ogenblikken, flarden, momenten, zinnen, en de enorme angst.

Papa werd voor de tweede keer geopereerd. We moesten toestemming geven om zijn arm te laten amputeren. Ik weet nog dat we met de halve familie in een kamer zaten te wachten. Geen idee meer met wie allemaal. Iedereen zat zich op te vreten tijdens de operatie. Bang dat hij het niet zou overleven. Ik zat op de grond tegen de muur en het enige waar ik me druk om maakte was zijn boosheid: papa zou door het lint gaan als hij wist dat we zijn arm hadden laten amputeren. Het enige waar ik aan kon denken.

Hij overleefde de operatie maar zijn nieren deden het nog steeds niet en hij moest aan de dialyse. Beetje jammer alleen dat deze intensive care geen verplaatsbaar dialyse-apparaat had en dat hem elke keer verplaatsen geen oplossing was, want veel te gevaarlijk. Man wat was ik pissig. Uiteindelijk werd besloten dat hij naar het ziekenhuis in de stad moest. Hij werd vervoerd in een speciale ambulance met extra vervoer ervoor en erachter, met al zijn 37 infusen. Op het moment dat dat gebeurde zat ik op school, voor de afleiding. Ik zat bij wiskunde, bij de engste docent die je je kunt voorstellen en zag mijn vader langsrijden. Die engste docent veranderde op dat moment in de liefste man ooit, en ik mocht tijdens de les mijn moeder bellen om te vragen of alles goed was gegaan. Ook weer zo’n gek moment dat me nog kraakhelder voor de geest staat.

Daarna bleef het stabiel. Het ergste gevaar was geweken. Papa werd 8 weken lang in coma gehouden op de intensive care van het GZG. Een ontzettend nare, donkere, koude omgeving. Een intensive care in een rondje, met enkel gordijnen tussen de patiënten in. Een intensive care waar je aan het bed van je vader zat en iemand verderop dood hoorde gaan. Het ziekenhuis is inmiddels gesloopt. Godzijdank.

Papa werd na een tijd wakker gemaakt en kreeg nog een delirium. Hij zag me aan voor zuster, werd boos omdat hij geen kroketten kreeg (er stond toch immers een frituurpan op het kastje!), riep dat we het pistool van zijn bed af moesten halen en meer van zulks. Achteraf vertelde hij dat hij de meest enge en realistische dromen heeft gehad, dromen zo realistisch dat hij heel lang heeft gedacht dat ze echt waren gebeurd. Uiteindelijk mocht hij naar de gewone afdeling. Hij moest opnieuw leren lopen, kreeg ergotherapie en weet ik veel wat nog meer allemaal.

Thuis heeft hij nog heel lang thuiszorg gehad en een drain in zijn wond die echt ontzettend stonk. Ook zo’n geur die je nooit meer vergeet. Maar hij was thuis. Papa had het overleefd. Hij was een wonder. De artsen gaven hem geen kans. De bacterie was zo’n 10 jaar niet meer voorgekomen. Later bleek dat er na papa ineens nog een aantal gevallen waren. Niemand weet waarom.

En vandaag is dit alles tien jaar geleden. Ik geloof het niet. Het lijkt veel korter. Zoveel dingen staan nog zo scherp op mijn netvlies dat ik me afvraag of ik ze ooit ga vergeten. En tegelijkertijd lijkt het alsof ik een film heb gezien of een hele nare serie. Dan denk ik: ik heb dit niet meegemaakt. Dit was te naar. Dit heeft iemand anders meegemaakt. Het was niet echt. Ik verzon het maar.

Bijna ieder jaar besteedde ik wel aandacht aan dit moment, aan deze dag. Met deze blog wil ik het afsluiten. Tien jaar geleden is het. Vergeten gaan we het niet maar ik hoop nog heel veel jaar zijn leven te mogen vieren.

oud werk

Twee-duizend-en-vijftien

Het is weer tijd voor een terugblik op het afgelopen jaar. Ik hou stiekem wel een beetje van die terugblikken. Een beetje melancholisch mijmeren over wat het afgelopen jaar me allemaal gebracht heeft. Scrollen door mijn foto’s op mijn Iphone en dingen tegenkomen die ik alweer was vergeten. Dingen om bij stil te staan en dingen om snel weer te vergeten.

Ik luidde twee-duizend-en-vijftien in samen met een lieve vriendin in Antwerpen. Er was een fles prosecco die we aan de kaai opdronken terwijl we naar het vuurwerk keken. Er waren eindeloze dansjes en er was een leuke Belg die ook nog eens goed bleek te kunnen zoenen. Al met al een prima begin van het nieuwe jaar.

IMG_8486

Eigenlijk zag ik best wel een beetje op tegen dit jaar. Nee, dat is niet het goede woord. Ik vond dit nieuwe jaar nogal spannend. Afgestudeerd en wel was ik natuurlijk, maar qua opdrachten liep het allemaal nog niet zo. Het vertrouwen in mezelf als zzp-er was nog niet heel erg groot in januari.

Gelukkig had ik niet zo veel tijd om daar mee bezig te zijn want ik was druk bezig met het organiseren van mijn allereerste boekpresentatie. Op zestien januari -tevens de verjaardag van mijn oma- werd Weather Permitting feestelijk gepresenteerd bij Boekhandel Heinen in Den Bosch. God wat was ik zenuwachtig. De beamer deed het, Iris Penning, de leukste zangeres van Nederland was er ondanks haar griep en samen met Ronella (die ik vond via twitter! HOERA!) namen we de tekst door. Ik had Ronella gevraagd mij te interviewen zodat ik niet enkel een lezing hoefde te geven. Ik zat aan een tafeltje heel erg te focussen op mijn tekst en durfde niet de boekwinkel in te kijken. Geen idee of het druk zou worden. Toen we begonnen keek ik op en kreeg ik een halve hartverzakking: de boekhandel was afgeladen vol. Ik begon de boekpresentatie dan ook met een kop als een kreeft.

IMG_9125

Het was misschien wel een van de mooiste momenten van afgelopen jaar. Het harde werken werd beloond, Iris kreeg mensen aan het huilen met haar mooie liedjes en er waren zoveel leuke lieve mensen gekomen. Dankbaar was ik toen ik ‘s avonds met twee vriendinnen bitterballen en bier naar binnen werkte op mijn veel te hoge hakken.

De weken erna stonden in het teken van het boek. Omroep Brabant kwam me filmen, en nodigde me uit bij de radio. Mijn boek kwam langzaam maar zeker in de boekhandels te liggen en ook via mijn website bleven de bestellingen binnenkomen. Ik kon het niet geloven. In februari was het tijd om alles eruit te gooien en dus danste ik vier dagen verkleed als eenhoorn in het mooie Oeteldonk. Het was misschien wel de leukste carnaval ooit.

IMG_9898

Na de carnaval ging alles heel snel. Ik mocht komen praten bij Spijkers met Koppen, sprak bij Pecha Kucha Breda, Weather Permitting stond in verschillende kranten en ik begon steeds meer opdrachten te krijgen. En dus was het eind februari tijd voor een roadtrip naar de zon. Naar de Zeeuwse zon welteverstaan. Samen met vriendin Dagmar heb ik een hele middag in de zon in de duinen gelegen en naar de blauwe lucht gekeken. Eindeloos gefilosofeerd over het leven, bier gedronken en heel hard liedjes meegezongen in de auto.

IMG_0252 IMG_0049

In maart mocht ik samen met Bob van Omroep Brabant een nachtje plaatjes draaien op de radio. Was ik te zien in Fotostudio de Jong, hing ik twee foto’s op in het kantoor van de wethouder van cultuur in Breda én waaide ik uit op Schiermonnikoog. Wat eerst een eventueel nieuw eiland project zou worden werd uiteindelijk gewoon een heerlijke drie dagen weg samen met mijn broer. Het eilandgevoel opzoeken wat ik zo had gemist. Ook zag ik Spinvis live tijdens een verrassingsoptreden ergens in Breda.

IMG_0613 IMG_1728

April kabbelde voorbij. Ik had meer opdrachten, leerde leuke nieuwe mensen kennen en danste een dag en een nacht op de verjaardag van onze Willie. In Mei zocht ik mijn ouders op in Zuid-Frankrijk waar zij hun 25 jarige huwelijk vierde. Het was een heerlijke week in de zon. Bij thuiskomst mocht ik meteen de leukste bruiloft van het jaar vieren: die van mijn eigen neef. Er waren dansjes op Jazz in Duketown en nog meer publicaties in kranten.

IMG_2782 IMG_3770 IMG_5151

Juni gaf me een super intiem concert van Glen Hansard, en later nog een uur of wat zuchtend naar hem staren op een Amsterdams terras. Ik fotografeerde een tof feest van de Hypotheker, kreeg 10 pagina’s over mijn boek in Seasons en begon na te denken over Project Papa. Juli vloog voorbij met leuke dingen en veel werken in mijn atelier.

In augustus maakte ik een daadwerkelijk begin aan Project Papa. Twee weken lang genoot ik van de Zuid-Franse zon, wijn en lekker eten terwijl ik natuurlijk ontzéttend hard aan het fotograferen was.


IMG_5434IMG_6836 IMG_3589

In september vierde ik mijn verjaardag in mijn favoriete katenjurk, at ik heel veel taart, reed ik in een elektrische BMW i5, werd mijn chinchilla beroemd in het NRC, zag ik Glen Hansard in Brussel terwijl ik een helse griep had. Wandelde ik heel wat kilometers door het Mastbos, trouwde ik een hond (huh?) en was ik te gast bij Autoloze Talkshow, een supertoffe literaire talkshow in Nijmegen. Oktober bracht me de zee, allerlei leuke feestjes en nogmaals Glen Hansard (Oei, nu wordt het genant). Dit keer in Amsterdam. Ik gaf workshops in Amsterdam en Den Bosch en werkte vooral veel. Net als in november en december eigenlijk.

IMG_8071 IMG_9007

Samen met Marleen Hoftijzer werkte ik aan mijn grootste opdracht tot nu toe en natuurlijk was er ook de persreis naar Ortisei samen met Tjeerd Langstraat waarin ik de mooiste foto’s maakte in de bergen. Dat er in 2016 maar meer van dit soort reisjes mogen komen.

IMG_9061 IMG_0495

Natuurlijk kende ook 2015 zijn nare momenten. Ik nam afscheid van Ome Joop, mijn lieve buurman die ik heel erg zal gaan missen. 2015 was ook het jaar dat ik een nachtje moest slapen in een slaapcentrum en waar ik ontdekte waarom ik eigenlijk al jaren zo moe ben: ik rust ‘s nachts niet uit wegens een slaapstoornis. Ergens fijn, ergens niet. Medicatie uitproberen is niet echt mijn favoriete bezigheid. Natuurlijk waren er ook genoeg momenten waarbij ik het hele zzp-zijn ontzettend eng vond en waren er dagen waarop ik het écht even niet meer zag zitten maar al met al was 2015 een waanzinnig mooi jaar.

IMG_9761

Oh, een voordat ik het vergeet; op de valreep van dit jaar kocht ik natuurlijk nog mijn prachtige nieuwe Nikon d810. (Hoe kan ik dat vergeten!)

In twee duizend zestien hoop ik eigenlijk gewoon dat het een beetje wordt als in 2015. Met nog meer leuke klussen, workshops, strandwandelingen, reisjes. Hooguit met nog een beetje meer liefde én een fijn huisje in het mooie Den Bosch. Lief, mooi 2015, dankjewel voor dit jaar. Je leerde me geloven in mezelf.

 

 

 

De ondergaande zon / projectpapa

Ik zit met papa aan de keukentafel. We drinken wijn.
Hij vertelt dat hij nooit echt zo begreep wat ik zag. De dingen die ik zag.
Hoe ik zoveel simpele dingen mooi vond. Zoals de maan of de bomen.

Hij vertelde dat hij in de kuip zat. De zon ging onder en de lucht kleurde alle
kleuren rood en oranje. Hij vond het mooi. Hij besefte ineens dat hij het zag
en het mooi vond. En dacht: goh, dit ziet Ilse dus.

 

Op de eerste rij

Ik krijg wel eens de vraag of ik Project Papa snel ga uitbrengen
Of dat ik wacht
Totdat er geen papa meer is

Ik had daar nooit zo een antwoord op
Deed een beetje vaag
“Ik zie het wel”

Eigenlijk ben ik bang. Ik ben als de dood voor de dood.
De dood van papa dan.
Verder niet. Want papa was ooit bijna dood.
En dat wil ik nooit meer meemaken.

Ik werd overvallen door die angst.
Iemand vroeg me: “Wil je dat je vader trots op de eerste rij zit tijdens de boekpresentatie?”
Ik stelde me voor hoe dat zou zijn. En glimlachte.
” JA. Dat wil ik.”
Nou, zei ze. “Dan heb je je antwoord.”

Dus ik schraapte mijn moed bij elkaar en dronk wijn
Met papa
En toen zei ik het.
Zomaar hardop. Tegen hem.

“Pap, ik ben bang dat je dood gaat”

“Tsja” zei hij. “Ik kan over twee dagen dood zijn. En jij ook.”
“Ik weet dat ik af en toe wel zeg dat het van mij niet meer hoeft”
“Maar ik kan ook nog gewoon 85 worden”

“Ja”, zei ik. “Dat weet ik. Maar je bent gewoon wat gammel. En ik bang.
Met je maag enzo. En al die onderzoeken.
En ik wil zo graag dat je op de eerste rij trots zit te zijn dan.”

“Dat zal ik doen” zei hij doen. Dat beloof ik. “Of hier, of daarboven”.
Hij wees naar de hemel en nam nog een slok wijn.

 

 

ProjectPapa

ProjectPapa

Misschien heb je er al wat van voorbij zien komen. Op twitter of facebook. Of in mijn nieuwsbrief. Project Papa. Een nieuw fotoproject waar ik al een hele tijd mee in mijn hoofd zit. Een project waar ik ongemerkt tijdens mijn academiejaren in Antwerpen en Breda al aan heb gewerkt. Sterker nog, het allereerste beeld dat ik maakte voor de academie in Antwerpen ging over papa. Ik was 17 en bloednerveus. We hadden er 3 maanden de tijd voor. Na 2 weken “leverde” ik het werk met bijbehorend procesboekje van 3 pagina’s in als een braaf  VWO meisje. Bleek dat ik er nog weken aan verder moest werken. Oh wat voelde ik me toen dom en jong.

Het thema was mooi/lelijk. Ik fotografeerde papa omdat hij niet meer voldeed aan de standaard, aan de norm. Qua uiterlijk. Omdat hij een arm minder had. Maar in mijn ogen maakte hem dat eigenlijk alleen maar mooier.

SONY DSC

Later begon ik beeld te maken bij mijn eigen gevoelens. Verdriet dat ik nog had over zijn ziek zijn. Over het missen van zijn arm. Over de weken van spanning en intense angst die we beleefden op de intensive care. Ik probeerde mijn gevoelens om te zetten in beeld. Momenten die ik had onthouden opnieuw te vangen. Hoe naakt en eenzaam ik me voelde toen mijn broer me midden in de nacht kwam vertellen dat papa dood zou gaan. 18 was ik, toen ik deze foto maakte. 4 jaar na het ziekenhuis gedoe. Het maken van de beelden heeft er mede voor gezorgd dat ik het een plekje kon geven.

SONY DSC

Het was ook de eerste keer dat ik beelden begon te combineren. Foto’s samenbracht om te kijken of het werkte. Een techniek die ik op het eiland uiteindelijk heel erg veel heb gebruikt om te ontdekken of een foto in een boek zou werken of niet. Ik merkte dat ik er nooit echt klaar mee was. Met het onderwerp “thuis”, met het onderwerp “papa”. Het bleef iets wat telkens maar terugkwam en ook vaak op hele nieuwe manieren. Ik maakte beelden, heel veel beelden. Het meeste vond ik heel erg slecht. Sommige beelden bekijken ik nog af en toe. Ik werkte veel minder documentair in die tijd. Meer poëtisch, iets wat gelukkig nog wel steeds terug komt in mijn werk.

bewerkt35

Tijdens mijn studie in Antwerpen ging ik ook voor de eerste keer thuis fotograferen. Iets wat ik moeilijk vond. Ik kende de omgeving en de mensen natuurlijk. Ik wist niet zo goed hoe ik er mee om moest gaan. Een van mijn eerste pogingen was papa en mama fotograferen tijdens het eten. Een foto waar ik nu heel erg om moet lachen. Je zal maar door je dochter gefotografeerd worden tijdens het eten! Het was allesbehalve charmant. En ook niet echt bruikbaar. Haha!

SONY DSC

In mijn eerste jaar Breda ging ik het nog eens proberen. Ik was al iets blijer met de gemaakte beelden en kreeg goede beoordelingen maar toch zat iets me niet lekker. Het was niet precies hoe ik het wilde. Ik moest dichterbij komen. Het waren de te bekende plaatjes voor me. Eigenlijk ben ik me daarna vooral gaan storten op andere projecten en is het een beetje op de achtergrond geraakt.

SONY DSC

Toch ging ik in de derde van de academie nog een keer met de “ziekte” van papa aan de slag. Dit keer op een hele andere manier. Ik ging met bonzend hart en trillende benen met mijn verhaal naar de intensive care in Breda. Of ik nieuwe herinneringen mocht kweken. Het liefst was ik heel hard weggerend die eerste keer. Ik kreeg het bloedheet, benauwd en alleen al de geur van het ziekenhuis maakte me misselijk. Toch kreeg ik het voor elkaar. Draaide ik nachtdiensten mee en fotografeerde ik mezelf elk uur. Om te kijken wat het met me deed. Ik kweekte inderdaad nieuwe beelden in mijn hoofd, en er was weer een stukje afgesloten.

DSC02506

DSC01486

Eigenlijk is dit echt de laatste keer dat ik iets met het onderwerp deed, maar nooit ging het uit mijn hoofd. Nu, een dik half jaar nadat Weather Permitting officieel is uitgekomen begon het weer te kriebelen. Ik wilde weer een project doen en eigenlijk wist ik al wat ik wilde doen. Het moest over papa gaan. Maar nu echt. Gewoon goed. En met alles wat ik de laatste jaren geprobeerd heb als basis.

Vroeger op de basisschool vroegen kinderen of mijn opa me op kwam halen van school. Het was papa. Pissig dat ik was. Stampvoetend liep ik dan naar huis. Hij was mijn PAPA. En wat voor een. Ook al verschilden we als dag en nacht en was het regelmatig bonje. Hij was mijn papa, en niemand kwam aan mijn papa. Het besef dat hij misschien nooit mijn kinderen zou zien, of me zou zien trouwen was er ook al vroeg. Hij was nou eenmaal een oudere papa. Hij was bijna 50 toen hij me kreeg. Dat was een feit. Als kind vond ik dat vaak heel stom. Nu besef ik me pas hoe gek het is dat ik daar zo mee bezig was. Zo jong vooral. Nu ik realistischer kijk hoeft het helemaal niet zo te zijn natuurlijk. (Wie heeft er nog een leuke kerel in de aanbieding?)

Daar gaat dit project dan ook wel een beetje over. Over die jaren voordat ik er was. De jaren dat hij bij de marechaussee zat en stiekem de klok van het paleis een uur terug zette ‘s nachts. Of dat hij op het bordes poepte van Soestdijk. Een verhaal wat hij altijd zo smeuïg kan vertellen.Of dat hij spijbelde van de middelbare school en dan hele dagen aan het tafeltennissen was bij een vriend. Een vriend die ik met wat hulp inmiddels ook heb gevonden. En die we hopelijk binnenkort gaan ontmoeten.

Toen MH17 was neergestort zei ik dat het me zo afschuwelijk onmenselijk leek om stukjes mens van de grond af te schrapen. Papa vertelde dat hij dat ook wel eens had moeten doen toen hij op zestienhoven werkte. Hij vertelde het alsof het ging over een boterham met pindakaas. Hij, de nuchtere Rotterdammert en ik, zijn dochter, de gevoelige fotografe. Hij gehard door het leven, ik nog aan het begin.

Dag en nacht dus, wij. Maar toch lijken we ook op elkaar. En hoop ik dat we elkaar nog beter kunnen gaan begrijpen als we naar alle plekken gaan waar hij herinneringen heeft liggen. Een reisje door Nederland gaat het worden. Vol met verhalen en natuurlijk beelden. Het universele onderwerp is dan ook wel vaderliefde. Maar misschien gaat het ergens ook wel over afscheid en ouder worden. En over het leven met een handicap en de bewondering die ik heb voor zijn doorzettingsvermogen. Over een vader-dochter relatie. Over de goede oude tijd. En de stomme oude tijd.

De eerste beelden heb ik in Frankrijk gemaakt, zo’n beetje zijn lievelingsplek in de wereld. En nog steeds vind ik het moeilijk om de beelden op waarde te schatten, juist omdat ik de omgeving zo goed ken. Maar toch weet ik en voel ik dat ik het nu wel kan. Dat dit het moment is voor project papa.

SONY DSC

De eerste beelden zijn te vinden op www.ilsewolf.nl/projectpapa

Zo’n Dag.

Ik stond vanochtend op en had eigenlijk niet zoveel zin in vandaag. Een beetje moe. Een rommelig huis. Een druk hoofd. Zoveel te doen. Maar ik had afgesproken in Amsterdam. En ik wist dat Glen Hansard op zou treden in een platenzaak. En voor een half uurtje live naar zijn muziek luisteren heb ik vrij veel over.

En soms kan zo’n dag waar je eigenlijk geen zin in hebt, de mooiste dag van de maand worden. Ik voer in een bootje over de grachten. Met de wind in mijn haar en de zon op mijn gezicht. In prima gezelschap. Toeristen die voorbij varen en foto’s maken. Een meerkoet die een nestje bouwt. Een meeuw die bijna mijn hoofd raakte. Verliefde stelletjes op de kade. En daarna lopen naar Concerto.

Bezweet. Bang om te laat te zijn want vol was vol. Maar gelukkig was het nog niet vol. En alsof het zo moest zijn werd het snel na binnenkomst drukker en drukker. En na een dik uur wachten in een bloedheet Concerto kwam hij vrolijk binnen gewandeld. Glen. En begon hij te spelen. Een dik uur lang. En oh wat was het de moeite waard. Lachen en soms ook bijna een traan. Want mooi.

Wat eerst meteen na het concert naar huis toe was, werd na afloop met 2 vriendinnen het terras op. Rosé als avondeten. En wat bitterballen. En toen kwam Glen gewoon nog even gezellig op het terrasje naast ons zitten. Want de avond was nog niet leuk genoeg blijkbaar. Het ‘terrasje’ werd al gauw een paar uur van heel hard lachen en lol met drie hele gelukkige mensen.

Terug in Breda op de fiets met het laatste stukje avondrood voordat de nacht het licht opslokte. Zachtjes zingend en knetter gelukkig. Ik wil veel vaker geen zin hebben in een dag.